Het is vandaag de ‘Europese dag tegen woninginbraken’, en de cijfers waarmee de politie op de proppen komt, zijn bemoedigend: het aantal inbraken is in zeven jaar gehalveerd. Maar we mogen ons niet rijk rekenen, is de waarschuwing.
Vorig jaar is 42.798 keer ingebroken in een woning. Zeven jaar geleden gebeurde dat in ons land nog ruim dubbel zo vaak: 91.930.
“Hoewel het aantal woninginbraken sinds 2012 is gehalveerd, blijft het noodzakelijk dat mensen hun woning goed beschermen tegen inbrekers. Met de juiste preventiemaatregelen neemt de kans op een inbraak tot 90 procent af”, meldt de politie.
‘Zijn er voor mij nog 42.798 te veel’, zegt Sybren van der Velden, landelijk projectleider woninginbraak bij de politie.
“Een inbraak in je woning is een heel heftige ervaring. Een wildvreemde die je huis openbreekt, doorzoekt en je spullen steelt. Op de plek waar je je het veiligst moet voelen.”
De afgelopen jaren zijn er meerdere acties en campagnes geweest om mensen bewust te maken van woninginbraakpreventie. Dat gebeurde onder meer onder de noemer ‘maak het ze niet te makkelijk’, waarbij mensen worden gewezen op wat ze zelf kunnen doen tegen een inbraak.
Het gaat om tips als: doe als je het huis uit gaat altijd je ramen dicht, en de deur op slot. Laat ’s avonds licht branden als je weg bent.
Ook zijn er op veel plaatsen zogeheten wittevoetjesacties, waarbij toezichthouders van de gemeente en politieagenten onaangekondigd langs woningen gaan en kijken of er makkelijk zou kunnen worden ingebroken.
Bron:RTL Nieuws / ANP
43 procent van de Nederlandse huiseigenaren is niet van plan om binnen nu en vijf jaar de woning te verduurzamen. Belangrijkste reden hiervoor is dat zij niet weten welke financiële regelingen zij vanuit de overheid kunnen verwachten. Daarnaast denken huiseigenaren dat het verduurzamen van huizen in de toekomst goedkoper wordt.
Dat blijkt uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Door te wachten met verduurzaming, hebben eigenaren nu mogelijk onnodig hoge energierekeningen en lopen zij het risico dat hun huis minder waard wordt.
Meer dan de helft van de huiseigenaren vindt dat de overheid hen financieel moet ondersteunen bij het energiezuiniger maken van de woning. Bijna de helft van alle eigenaren wacht dan ook op mogelijke regelingen hiervoor. Tegelijkertijd verwachten eigenaren dat de kosten van verduurzaming in de toekomst lager zullen worden. Ruim een derde is bang dat de investering in duurzaamheid op dit moment niet leidt tot waardevermeerdering van hun huis.
Daarnaast ziet het Nibud dat financieel zwakkere huishoudens vaker een huis hebben met een slechter energielabel (D, E, F of G). Juist voor deze huishoudens kan verduurzaming gunstig zijn omdat zij veel baat hebben bij een lagere energierekening. Tegelijkertijd moet aan deze huizen waarschijnlijk het meeste gebeuren om ze energiezuinig te maken en ontbreekt het deze huishoudens aan financiële ruimte om hierin te investeren.
Ook jongeren ontbreekt het vaak aan middelen om verduurzaming in te zetten. Zij zijn vaker bereid om te investeren zonder daar een direct rendement aan te koppelen, maar hebben daarvoor weinig tot geen mogelijkheden. Het Nibud ziet dat ouderen vaak wel de financiële mogelijkheden hebben om hun woning te verduurzamen, maar wachten tot zij zeker weten dat hun investeringen rendabel zullen zijn. Bijna de helft van de huiseigenaren vindt de terugverdientijd nu te lang.
In het onderzoek Verduurzaming: een heilig huisje in aanbouw? ziet het Nibud dat ruim 40 procent van de huiseigenaren niet weet welk energielabel hun woning heeft. Eigenaren die hun label niet kennen hebben vaker dan anderen geen plannen voor verduurzaming.
De meeste mensen die willen investeren in verduurzaming, doen dat het liefst van hun spaargeld. Lenen voor bijvoorbeeld zonnepanelen, warmtepompen en extra isolatie is minder populair. De respondenten reageerden overwegend positief op de mogelijkheid van gebouwgebonden financiering. Bij deze vorm van financiering wordt de afbetaling gekoppeld aan het huis en gaat hij bij verkoop over naar de nieuwe eigenaar.
Het verduurzamen van woningen staat hoog op de maatschappelijke agenda. Voor huishoudens betekent verduurzaming een lagere energierekening en dus lagere maandelijkse vaste lasten. Veel maatregelen leveren per saldo op: de kosten van de financiering zijn lager dan de besparing op energierekening.
“Het Nibud vindt het jammer dat eigenaren door onzekerheid over overheidsbeleid worden gehinderd in het nemen van stappen om verduurzaming te realiseren. Het is van belang om huiseigenaren zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden,” zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart.
Uit het onderzoek blijkt eveneens dat huiseigenaren verschillende redenen hebben om niet te verduurzamen. De overheid (en andere betrokken partijen) kunnen hun advies en voorlichting op deze verschillende redenen afstemmen zodat ze beter aansluiten bij de wensen en financiële positie van de eigenaren. Zo kunnen zij betere keuzes maken. Daarbij vraagt het Nibud specifiek aandacht voor de groep eigenaren die geen mogelijkheid heeft om kostenbesparende maatregelen te nemen.
Het Nibud wil inzicht verkrijgen in de redenen die huiseigenaren hebben om wel of niet te investeren in energiebesparende maatregelen. Ook als dat niet-financiële redenen betreft. Het onderzoek bestaat uit drie delen:
De vragenlijst is afgenomen bij 1.500 woningeigenaren, die representatief zijn op geslacht, leeftijd, educatie en inkomen. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het ministerie van BZK, ABN Amro Bank, Florius, ING, BNP Paribas, ASR, Syntrus Achmea Real Estate & Finance en Alfam.
Het rapport:Onderzoek-Obstakels-van-huiseigenaren-in-beeld-2019
Durk van Loon, commercieel directeur bij bouwbedrijf Heembouw, verwacht niet – met nog 40 miljoen vierkante meter verduurzaming te gaan – de deadline te gaan halen. Dit door drukte in de bouw, eigenaren die te lang wachten om aan de slag te gaan en te weinig eenduidig beleid vanuit de overheid. Marc Janssen van Platform Professioneel Vastgoed deelt de mening niet dat vastgoedeigenaren op de handen zitten.
Bron: BNR radio
Onder het mom ‘het kan als je het wil’ presenteert klimaatoganisatie Urgenda vandaag een plan om 100.000 woningen te verduurzamen samen met 170 Nederlandse woningcorporaties. Het is één van de veertig punten waarmee Urgenda wil laten zien dat de CO2-uitstoot voor 2020 met 25 procent kan worden verminderd.
Nederland moet in korte tijd extra maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. In 2020 moet dat zoals gezegd een kwart minder zijn dan in 1990, zo bepaalde het gerechtshof in Den Haag in een zaak tegen de staat die was aangespannen door Urgenda. Om dat te halen, moet er wel een eindsprint gemaakt worden.
Een uitstootvermindering 25 procent komt overeen met 9 megaton CO2 minder. Met een hele serie maatregelen, die de komende weken één voor één bekend worden gemaakt door Urgenda, moet dit gehaald kunnen worden, zegt Marjan Minnesma, directeur van de klimaatorganisatie tegen RTL Z.
Volgens Urgenda kan de uitstoot met 0,2 megaton omlaag als 100.000 huurwoningen extra worden verduurzaamd door woningcorporaties. Denk aan zonnepanelen, isolatie en warmtepompen. Het geld hiervoor zou moeten vrijkomen door het afschaffen van de verhuurdersheffing, die volgens Urgenda jaarlijks neerkomt op bijna 2 miljard euro.
Deze belasting op sociale huurwoningen is de corporaties al langer een doorn in het oog omdat die is gekoppeld aan de WOZ-waarde, de waarde die de gemeente geeft aan je huis. Met name in grote steden ligt die WOZ-waarde hoog en is de belastingaanslag dus ook aanzienlijk. Bovendien, zegt Minnesma, zou deze belasting tijdelijk zijn.
Door de komende twee jaar 100.000 sociale huurwoningen te verduurzamen kan er volgens haar ook weer bespaard worden. “Wij kunnen een rijtjeswoning nu voor 35.000 euro per woning verduurzamen. Als we groter kunnen inkopen en hele blokken huizen kunnen doen in plaats van woning voor woning, kan dat omlaag naar 30.000 euro per woning.”
Volgens Minnesma zijn er genoeg installateurs om vaart achter de plannen te zetten. Op de vraag waarom het terugdringen van de CO2-uitstoot vanuit het kabinet minder voortvarend gaat, zegt ze.
“Het kabinet is zelf niet zo innovatief en in Den Haag wordt vooral gesteggeld over dingen als ‘we willen de maximumsnelheid van 130 kilometer niet omlaag’ en ‘we willen niet minder varkens'”, zegt ze.
Haar advies: “Kijk vooral naar wat wel kan en haalbaar is. Genoeg ideeën. Laat burgers ook meedenken. Bij ons komen mensen langs met hele uitgewerkte plannen. De uitstoot terugdringen kan.”
Bouwkosten die stijgen en gebrek aan locaties kunnen woningcorporaties minder nieuwe woningen bouwen. Dat meldt branchevereniging Aedes na een enquête onder 171 woningcorporaties.
Volgens de corporaties komt door de stijgende bouwkosten en de steeds hogere belastingen voor corporaties het doel om 34.000 sociale huurwoningen per jaar te bouwen in gevaar. In 2018 werden zo’n 17.000 nieuwe huizen gebouwd.
Aedes-voorzitter Marnix Norder dringt aan op maatregelen van de overheid, omdat nieuwbouwplannen nu noodgedwongen op de plank blijven liggen.
,,Veel mensen zijn naarstig op zoek naar een betaalbare huurwoning; jaren wachten op een huis is geen uitzondering meer. Dus gemeenten, pak de woningnood aan en zorg voor bouwlocaties. En kabinet, neem de regie en maak harde afspraken met gemeenten over het aantal huizen dat er moet komen. Neem de belemmeringen bij nieuwbouw weg, dan kunnen wij aan de slag. En al die woningzoekenden op de wachtlijst zicht op een woning geven.”
Bron: ANP
Ondernemers kunnen ook dit jaar weer de fiscale tegemoetkoming(en) claimen als zij investeren in bedrijfsmiddelen die energie besparen en aan een aantal voorwaarden voldoen. De nieuwe Energie- en Milieulijst voor 2019 is onlangs gepubliceerd.
Om voor de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) in aanmerking te komen, moeten ondernemers aan een aantal voorwaarden voldoen. Wil een ondernemer in aanmerking komen voor de EIA, dan moet:
Met EIA kunnen ondernemers 45% van de investeringskosten van energiebesparende bedrijfsmiddelen aftrekken van de fiscale winst, bovenop de gebruikelijke afschrijving. Daardoor vermindert de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting.
Ondernemers kunnen zelf een voorstel indienen om de Energielijst (pdf) aan te vullen of te wijzigen. Het voorstel wordt getoetst aan de hand van een aantal criteria, zoals de toepasbaarheid, gangbaarheid en verkrijgbaarheid in Nederland van het bedrijfsmiddel voordat het wordt opgenomen in het overzicht van energie-investeringen op de Energielijst 2019. Op de website www.rvo.nl/eia is een formulier te downloaden om het voorstel in te dienen. Dit kan tot uiterlijk 1 september 2019.
Wil een ondernemer de MIA en de Vamil claimen, dan moet het gaan om investeringen in bedrijfsmiddelen die staan vermeld op de Milieulijst 2019 (pdf). Deze lijst bevat ongeveer 290 bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA en/of Vamil. Voor de meeste bedrijfsmiddelen zijn beide van toepassing. De Milieulijst 2019 biedt veel nieuwe mogelijkheden voor ondernemers die investeren in circulair ondernemen. Zo geldt het MIA/Vamil-voordeel in 2019 onder andere ook voor het weren van microplastics of zeer zorgwekkende stoffen uit producten en afvalwater, het verbeteren van de scheiding van kunststoffen, het aanwenden van gerecyclede grondstoffen, het duurzamer verpakken, verbeteren van leefomstandigheden van bijen en verminderen van voedselverspilling. Ook voor de Milieulijst kunnen ondernemers zelf voorstellen voor 1 september 2019 doen via een formulier op de website www.rvo.nl/miavamil.
Beste mensen, wij zijn open.
Onze fabriek is te bezoeken alleen op afspraak van 7:30 uur tot 15:30 uur .
Ook de showroom kan alleen op afspraak tel: 072 572 1415.
Met vriendelijke groet.
AHK Kozijn team