Bij de aanschaf van nieuwe of vervangende deuren en ramen is het belangrijk dat u de juiste keuze maakt in stijl, kozijn en materiaal.
Hier wordt gekeken naar het huidige energieverbruik en die na het installeren van nieuw glas. Het rendement is dan te berekenen door het nieuwe energieverbruik minus het oude energieverbruik te delen door het oude energieverbruik.
We beginnen met de introductie van de term ‘isolatieglas’. Zoals de naam eigenlijk al weggeeft, gaat het om glas met een betere isolatie dan gewoon glas. Isolatieglas bestaat uit minstens twee lagen glas met hiertussen een loze ruimte, ook wel een spouw genoemd. In deze tussenruimte is lucht te vinden maar bij de HR varianten vind je daar een edelgas: bijvoorbeeld Argon of hoger Krypton. Dit gas biedt extra isolerende eigenschappen waardoor je raam beter isoleert dan normaal.
Bij de aanschaf van isolatieglas is het belangrijk om uiteraard het raam goed in te meten. Glas wordt namelijk vaak op maat gefabriceerd en dat glas kan dan niet terug gestuurd worden. Ook bij de montage komt er nog van alles kijken. Het monteren van glas ziet er vaak eenvoudig uit. Glas wordt in een kozijn gezet, afgekit, gedicht en vervolgens is het klaar. Althans, zo denkt men. In de praktijk komt er een stuk meer bij kijken. Glas heeft een binnenkant en een buitenkant en moet daarom met de binnenkant van het glas naar de binnenkant van de woning worden gericht en met de buitenkant naar buiten. Als het glas verkeerd om wordt geplaatst, wordt het isolerende vermogen beperkt en mist u dus de voordelen van isolerend glas.
Daarom is het erg belangrijk dat zowel de opmeting en de plaatsing wordt uitbesteed aan een ervaren glasplaatser. Een glaszetter/glasplaatser kost gemiddeld € 50 euro per uur, al komen daar nog voorrijkosten en materiaalkosten bij. De plaatsingskosten zijn vaak zo’n 50% of minder van het geheel.
Om te besparen op de aanschaf van nieuw glas kunt u offertes opvragen bij diverse glasbedrijven cq timmerbedrijven uit de buurt. Vergeet echter niet dat de keuze voor de goedkoopste glaszetter lang niet altijd even verstandig kan zijn. Vraag daarom bij extreem goedkope of bij dure offertes altijd na waar het prijsverschil in zit. Alleen zo kunt u zien en vergelijken of de goedkope offerte toch goede kwaliteit op kan leveren.
Enkel glas bestaat uit één laag glas en dubbel glas uit een dubbele laag met hiertussen een loze ruimte. Hier kan bij de goedkopere varianten lucht in zijn en bij de duurdere soorten vindt u daar vaak een edelgas zoals Argongas of Krypton. Het voordeel van Argon of Krypton is dat het over veel betere isolerende eigenschappen beschikt. De U-waarde (de hoeveelheid warmte die het raam afgeeft uitgedrukt in W/m²K) is bij dubbel glas (2.8 W/m²K) met Argongas (1.2 W/m²K) en Krypton (0.9 W/m²K) lager dan bij varianten die niet over een edelgas beschikken.
Zie op deze thermische foto verschil enkel glas daarna dubbel HR++
Drie belangrijke voordelen dubbel glas
Het voordeel van dubbel glas boven enkel glas is drievoudig.
HR+ glas is glas dat beter isoleert dan het normale, aloude dubbele glas. Het voordeel is dat de U-waarde nog lager is en er dus minder energie verloren gaat. De aanschaf van HR+ glas zal dan ook in enkele jaren terugverdiend worden en vanaf dat moment verdien je dus eigenlijk geld.
HR++ glas is ongeveer gelijk aan HR+ glas, maar bevindt zich in de loze ruimte tussen de twee glazen platen geen lucht, maar een edelgas. Bovendien heeft het glas een coating. Dit gas beschikt over extra, goede isolerende eigenschappen waardoor HR++ beter isoleert dan HR+ glas en heeft daardoor een lagere U-waarde.
Driedubbel glas (triple glas) is HR++ glas met een extra laag glas. Doordat er anderhalf keer zoveel glas nodig is dan HR++ glas, ligt de prijs hoger; circa anderhalf keer zo hoog.
Is vierdubbelglas (quadro glas) met niet 2 of 3 lagen glas maar 4 lagen glas, Doordat is er dubbel zoveel glas nodig als bij HR++ glas en is de prijs ook bijna dubbel zo hoog en zwaar.
Bestaat uit 2 lagen glas extra verhard en gelaagd met speciale transparante afstandhouders tussen het glas, zodat deze de druk van vacuüm makkelijker kan verwerken. De prijs is net iets duurder dan triple glas maar geeft net iets meer isolatie in zowel tempratuur als geluid. Het maximale formaat van vacuüm glas is 1500×2500 (mm); Minimaal formaat: 300×300 (mm) glas dikte: 8 mm.
Geluidswerend glas vaak aangeduid met Si glas wordt vaak gebruikt naast snelwegen, in de buurt van aanvliegroutes en bij spoorrails. Daar kan er veel geluidsoverlast zijn wat door middel van geluidswerend glas enigszins beperkt kan worden. Helaas is het glas ook geen wondermiddel en zal de overlast doorgaans nog wel in enige mate aanwezig blijven.
Zonwerend glas kan zonlicht gedeeltelijk weren. Hierdoor zal een woonruimte die in de zomer vaak warm wordt door de binnenkomende zonnestralen, minder warm worden. Een eventuele airco hoeft hierdoor minder te koelen waardoor er minder energie gebruikt wordt. En kan er een flinke besparing op de energiekosten behaald worden.
De prijzen van isolatieglas hangen erg af van de omstandigheden waaronder het geplaatst moet worden. De ene glaszetter zal duurder zijn dan een andere en wanneer je een groot oppervlak wilt beglazen zal dit relatief goedkoper zijn dan wanneer het om enkele vierkante meters gaat. Bovendien zal glas op de twintigste etage duurder zijn om te vervangen dan glas op de begane grond.
Om met de meest voorkomende soort te beginnen: HR++ glas kost doorgaans circa € 80 euro per m². Merk dus wel op dat hier nog tal van kosten (vaak zo een 75%) bijkomen voordat je op de uiteindelijke prijs komt. Als richtlijn kunt u aanhouden dat het vervangen van HR++ glas zo een € 140 euro per m² kost. Dit richtbedrag is inclusief alle mogelijke kosten, dus inclusief voorrijkosten van de glaszetter, arbeidsloon, BTW, afvoerkosten voor het oud glas, enzovoorts.
In een gemiddeld huis hebben we rond de 20 m² glas. Stel dat het op een gegeven moment buiten 5 graden Celsius is en binnen 20 graden Celsius. Met enkel glas verlies je dan 5.0 * (20–5) * 20 = 1500 Watt, oftewel 36 kWh. Dat is behoorlijk omdat die warmte weer door de HR of CV ketel geleverd moet worden! Met dubbelglas o.a. zou dit 14 kWh zijn, dus al fors minder.
Er is vanaf 4 januari 2021 een subsidieregeling genaamd, Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE). Ook is de BTW-verlaging nog van toepassing.
Eenvoudig dubbel glas is iets goedkoper en is al verkrijgbaar voor zo een € 65 euro per m². Dit glas is vaak prima geschikt voor schuren en garages, waar enig comfort soms wel wenselijk is maar triple glas wat meer kost teveel van het goede is.
Een alternatief is HR-glas. De isolerende waarde hiervan is redelijk te noemen, je verliest meer dan tweemaal minder warmte dan bij enkel glas en je betaalt hiervoor circa € 70 euro per m². Voor die paar euro extra krijg je behoorlijk wat isolerend vermogen waardoor gewoon dubbelglas eigenlijk niet meer wordt gebruikt.
Verder is er nog HR+ glas. Hier betaal je weer zo een € 5 euro extra voor per m², waardoor de kosten rond de € 75 euro per m² komen te liggen. De isolerende capaciteit is circa 15% hoger dan dat van HR glas waardoor dit zich verhoudt met de verhoging in isolatiecapaciteit.
HR++ glas kost doorgaans circa € 80 euro per m². De isolerende capaciteit is circa 40% hoger dan HR glas een veel hoger isolatie dus.
Tenslotte driedubbel glas (ook wel triple glas genoemd). Dit bestaat niet uit één of twee, maar uit drie lagen glas, waarbij elke tussenruimte is gevuld met argongas. De isolatiewaarde is tienmaal zo groot als bij enkel glas maar je moet er wel diep voor in de buidel tasten: het glas wordt verkocht voor een bedrag rond de € 120 euro per m².
Tevens is er ook vierdubbelglas (ook wel quadro glas genoemd) Deze bestaan uit vierlagen glas, waarbij elke tussenruimte is gevuld met argongas of kryptongas. De isolatiewaarde is extreem hoog ten opzichte van enkel glas maar ook hier zult u wel diep voor in de buidel tasten: het glas wordt verkocht voor een bedrag rond de € 170 euro per m².
Dit glas heeft sinds 2020 de CE norm verkregen en heeft alle isolatie eigenschappen van triple glas en quadro glas, de tussenruimte wordt hier niet gevuld maar juist onttrokken daarom vacuüm. De isolatie waardes zijn heel goed en en prijs ligt tussen triple en quadro glas in zo rond de € 140 euro per m².
Triple of quadro beglazing bestaand uit drie bladen of vier bladen met dezelfde dikte floatglas levert in het algemeen geen betere geluidwerende prestaties op dan dubbelglas met dezelfde glasdiktes. Elke dikte van floatglas houdt een specifiek frequentiebereik van geluid tegen en het toevoegen van een extra glasblad met dezelfde glasdikte reduceert eigenlijk het gereduceerde bereik. Het is zelfs zo dat door de geluidstrillingen het glasblad zelf ook gaat resoneren. Bij Triple of quadro beglazing heb je dus zelfs een extra glasblad dat resoneert, wat uiteindelijk zelfs kan leiden tot slechtere geluidwerende waarden dan dubbelglas.
Om betere geluidwerende prestaties te behalen dient er gekozen te worden voor verschillende glasdiktes en/of gelaagd glas met speciale geluidwerende folies. De geluidwerende prestaties kunnen alleen door middel van testen bepaald worden en niet worden afgeleid van behaalde resultaten met dubbelglas. Uitzondering is vacuüm glas deze heeft standaard al een hoge isolatie op geluid 39db dit doordat aan beide glas platen folie is verwerkt.
Fixatie van ingebrachte middelen gaat natuurlijk het beste wanneer deze middelen echt aan het hout gebonden zijn met een chemische binding, of een chemische verandering van de houtelementen. Wanneer deze binding of verandering van de chemische samenstelling van het hout tot stand kan worden gebracht, wordt er van houtmodificatie gesproken. Op dat moment veranderen de eigenschappen van het hout. Het verbetert bijvoorbeeld de duurzaamheid – ook wanneer niet-toxische stoffen worden gebruikt – en de dimensiestabiliteit.
De productie-industrie van houtmodificatie begint vaste grond onder de voeten te krijgen. Nederland is binnen Europa nog steeds de voorloper – en wereldwijd loopt Europa voor op de rest van de wereld.
In Nederland zijn van alle drie de belangrijkste industriële behandelmethoden vertegenwoordigers actief op de markt, te weten Accoya (acetyleren), NobelWood (furfuryleren) en Plato, Smartheat en Firmolin (thermisch modificeren).
De bekendheid met en het vertrouwen in gemodificeerd hout is enorm gegroeid.
Ook al lijken houten kozijnen vooral ambachtelijk, de industrie is ook op kozijngebied door ontwikkeld. Concepten als vingerlassen en lamineren worden volop toegepast. Op het gebied van onderhoud, dat vaak als nadeel van houten kozijnen wordt gezien, zijn goede stappen gezet, met de verbeterde coatings. Bij gemodificeerd hout zoals chemische houtmodificatie en thermische houtmodificatie is met hout het krimp- en zwelgedrag van hout aanzienlijk gereduceerd. Als gevolg daarvan kunnen verfsystemen op dergelijke houtsoorten het langer volhouden. Onderhoudstermijnen van 10-15 jaar zijn op hout met bepaalde verfsystemen al haalbaar.
De ene houtsoort is geschikter om buiten te gebruiken dan de andere. Kiest u voor de lange termijn, dan lijkt het zwaardere hardhout de beste keuze. Een alternatief is gemodificeerd hout. Door houtmodificatie zijn houtsoorten die vroeger niet geschikt waren voor buiten, daar nu wel voor geoptimaliseerd.
Wat zijn de voordelen van het modificatie kozijn en is het voordeliger dan een andere kozijnhout oplossing? Modificatie-kozijnen hebben de volgende voordelen:
Gaat u bouwen of verbouwen? Dan is het raam- en de deurkeuze heel belangrijk, want die bepaald de look en het energielabel van uw woning. Waarom u zou kiezen voor ramen en deuren uit aluminium? AHK Kozijn BV zet voor u de grootste voordelen op een rij!
Aluminium is een licht, maar supersterk materiaal. Noem het gerust de Superman van de raam- en deurprofielen. Het is stevig genoeg om creatieve constructies mogelijk te maken: van glazen schuifpuien en grote ramen tot volledige glasgevels en meer. Welke woondromen u ook op uw wensenlijst heeft verzameld: met aluminium kozijnen is het vaak mogelijk.
En nu we het toch over duurzaamheid hebben: aluminium is 100% recycleerbaar. Het recyclageproces kost een minimum aan energie en aluminium kan zonder kwaliteitsverlies opnieuw gebruikt worden. Heel milieuvriendelijk en ecologisch verantwoord dus.
Goed nieuws voor wie een druk leven heeft: u hoeft u vrije tijd niet te besteden aan het onderhoud van uw ramen en deuren! Want aluminium hoeft niet gevernist of geschilderd te worden. Een paar keer per jaar een poetsbeurt met lauw water en een niet-agressief poetsmiddel. Dat is alles! Verder moet er helemaal niets aan gebeuren. Handig toch?
Door het sterke karakter van aluminium is de levensduur aanzienlijk groter dan die van andere materialen. Aluminium profielen worden niet aangetast door Uv-stralen of vocht, ze roesten of rotten niet en trekken niet krom. Aan vervanging of vernieuwing hoeft u dus niet te denken. De aankoop van aluminium ramen en deuren zijn daarom een goede investering. De aankoopprijs van sommige aluminium profielen is iets hoger dan PVC/kunststof, maar op lange termijn is het een meerwaarde voor uw woning én past het zeker in uw duurzame bouwplannen.
Aluminium kozijnen van nu zorgen voor een perfecte lucht-, water- en winddichtheid en voor een uitstekende thermische isolatie!
Kortom: deze ramen en deuren houden de warmte binnen en de tocht buiten. Zo helpen ze u om uw energieverbruik te beperken tot een minimum. Zelfs voor passiefbouw zijn er aluminium profielen beschikbaar die voldoen aan de strenge voorwaarden om energiezuinig te wonen.
Wist u dat aluminium ramen en deuren inbrekers weren en buiten houden? Het materiaal is door zijn stevigheid namelijk goed bestand tegen inbraakpogingen. Aluminium scoort bovendien extra veiligheidspunten want het is onbrandbaar.
Kiest u voor een strak design of een rustieke, minimalistische of industriële uitstraling? Dat kan allemaal. U hebt bovendien de keuze uit verschillen de kleuren ( bij AHK kozijn BV meer dan 400).
Meer weten over de mogelijkheden met aluminium kozijnen en de toepassingen. Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze adviseurs. AHK Kozijn BV heeft ruime ervaring in huis met het leveren en plaatsen van aluminium kozijnen.
Uw leven lang hele lage kosten voor onderhoud en geen kosten voor gas en elektriciteit.
Dat krijgt u met een energieneutrale woning. In deze milieuvriendelijke en comfortabele woningen is geen tocht, geeft gelijkmatige warmte, voelen de vloeren niet koud aan en er is steeds aanvoer van verse lucht.
Zo’n 15% van al het energieverbruik in Nederland gebruiken we in woningen. Door betere isolatie en zuinige ketels is het energieverbruik per woning door de jaren heen gedaald. Maar het kan nog duurzamer: een woning die niet méér energie verbruikt dan die zelf opwekt. Zo’n woning is energieneutraal.
Er zijn al bijna 12.000 energieneutrale woningen in Nederland (stand op 1 januari 2020). En er staan nog duizenden energieneutrale woningen op de planning om gebouwd te worden, voor kopers én voor huurders. Als huiseigenaar kunt u kiezen voor nieuwbouw, maar ook u kunt een bestaand huis energieneutraal verbouwen.
Kenmerk van een energieneutraal huis is dat de energie die je gebruikt in balans is met de energie die je zelf opwekt. Die balans bereik je zo:
Energie opwekken kun je zelf doen (bijvoorbeeld met zonnepanelen), maar het kan ook op lokaal- of wijkniveau, of samen met je buren. En het kan op verschillende manieren: met zonne-energie, wind, aardwarmte, hout of biogas.
Waarschijnlijk heb je nog wel stroom nodig van je energiebedrijf (vooral in de winter), maar je levert zelf ook stroom aan dat bedrijf (vooral in de zomer). Over een jaar gemeten heb je dus ‘nul op de meter’ staan.
Sommige energieneutrale woningen zijn zelfs energieleverend op jaarbasis. Zo’n energieleverend huis wekt meer energie op dan het verbruikt.
In een energieneutrale woning worden bijna altijd de volgende onderdelen toegepast:
Energieneutrale woningen zijn geen science fiction, ze bestaan al. Huidige nieuwbouwwoningen komen er al dicht bij in de buurt. En ook steeds meer woningeigenaren laten hun bestaande woning verbouwen tot energieneutraal huis. Daarbij gaat het niet alleen om relatief nieuwe huizen: ook oudere woningen kunnen energieneutraal gemaakt worden. De beste resultaten worden behaald met goed geïsoleerde ‘prefab’ voorzetgevels en daken, die als een tweede huid om de woning worden gebouwd.
Een energieneutrale woning is heel comfortabel als je er goed mee omgaat. Het vraagt waarschijnlijk wel iets ander gedrag dan je gewend bent. Zo is bij een lage temperatuur verwarming een constante temperatuur belangrijk. Je hoeft de thermostaat ’s nachts, of als je op vakantie gaat, niet lager te zetten. Ramen open zetten om te ventileren hoeft niet, en is zelfs af te raden in dit soort woningen, omdat je daarmee het ventilatiesysteem stoort.
Het is dus belangrijk dat je van tevoren goed weet hoe je in het huis moet wonen. En dat je regelmatig je energieverbruik meet: je weet dan of je het goed doet, of dat je iets aan moet passen. Overleg ook regelmatig met de bouwer of aannemer welke aanpassingen eventueel nodig zijn.
Wil je je huis verbouwen tot energieneutraal, dan kun je kiezen of je alles in één keer doet, of het stap voor stap laat doen. Op Energieneutraal verbouwen lees je wat de voor- en nadelen zijn. Ook vind je er informatie over de kosten.
Sinds 1995 zijn er normen voor het energieverbruik van nieuwbouwhuizen. Die normen worden steeds strenger: huizen die na 2020 opgeleverd worden, moeten bijna energieneutraal zijn (dat wil zeggen: zelf de energie opwekken die nodig is voor het verwarmen, koelen en ventileren van de woning en voor warm tapwater en verlichting).
Een nieuwbouwhuis is vaak iets duurder dan een huis van bijvoorbeeld 10 jaar oud, zeker wanneer het huis energieneutraal opgeleverd moet worden. Maar over een langere periode bekeken is het bewonen van een energieneutrale woning voordeliger. Een voorbeeld: als je nu een energieneutraal huis koopt en daar 15 jaar blijft wonen, bespaar je 15.000 euro ten opzichte van een woning uit 2006. Daarbij is rekening gehouden met de hogere hypotheek die je voor de aanschaf nodig hebt én met de kosten van onderhoud van de duurzame installaties.
Een volledig energieneutraal huis is hetzelfde als een nul-op-de-meter-woning. Zo’n woning wekt zelf alle energie op die het verbruikt. Daarvoor worden meestal zonnepanelen gebruikt. De berekening wordt dan gemaakt over de periode van 1 januari – 31 december. Met zonnepanelen is het in Nederland niet mogelijk om op ieder moment zelf de energie op te wekken die je gebruikt. De meeste energie verbruiken we in de winter, terwijl zonnepanelen vooral in het voorjaar en de zomer energie opwekken. In de zomer lever je dan stroom aan het energiebedrijf, in de winter neem je energie af. Lever je over een heel jaar gemeten minstens zoveel energie als je afneemt, dan heb je nul-op-de-meter staan en is je woning energieneutraal.
Lever je zelfs meer stroom aan het elektriciteitsnet dan je afneemt? Dan heb je een energieleverende woning, bijvoorbeeld een ‘energiepluswoning’. Dat is het zuinige zusje van een nul-op-de-meterwoning.
Een zelfvoorzienende woning voorziet helemaal in haar eigen energiebehoefte en staat los van het energienet. Om zelfvoorzienend te zijn, is het nodig om zelf opgewekte energie op te slaan totdat je het gaat gebruiken. Dat is nu nog erg duur. Daarom is het handig om wel een aansluiting met het elektriciteitsnet te houden. Een andere naam voor een zelfvoorzienende woning is autarkische woning.
Er zijn allerlei soorten energieneutrale of zeer energiezuinige woningen: energienotaloos huis, energiebalanswoning, nulenergiewoning, passief huis, zonnehuis, zonnehaardwoning. Ze verschillen op onderdelen, maar hebben allemaal met elkaar gemeen dat ze zeer goed geïsoleerd zijn, weinig energie verbruiken en zelf zo veel mogelijk energie opwekken.
Een woning kan volledig energieneutraal zijn of bijna energieneutraal. Wat is het verschil?
Een woning is bijna energieneutraal als die zelf de energie opwekt die nodig is voor het gebouw. Dat wil zeggen: voor verwarmen en koelen van de woning, ventilatie, warm water en verlichting, inclusief de energie die nodig is voor het verwarmings- en ventilatiesysteem (bijvoorbeeld de ventilatoren en de warmtepomp). Dit is het ‘gebouwgebonden’ energiegebruik.
Een volledig energieneutraal huis wekt daarnaast ook de energie op voor alle apparaten in huis (oven, koelkast, wasmachine, tv, computer, enzovoort). Dit is het ‘gebruiksgebonden’ energieverbruik. Gemiddeld gaat het om een energieverbruik van 2.500 kWh per jaar (ongeveer 10 zonnepanelen).
Energieneutraal is niet hetzelfde als klimaatneutraal. Een woning is klimaatneutraal als die alleen duurzame energie verbruikt. Er is dan geen CO2-uitstoot voor die woning. Maar zo’n woning hoeft niet energieneutraal te zijn.
Aan het energielabel van je woning kun je in één oogopslag zien hoeveel je nog aan je eigen huis kunt verbeteren. Een woning met energielabel G of F is slecht geïsoleerd. Als je zo’n woning wilt verbeteren, is het aantrekkelijk om de boel meteen goed aan te pakken en te kiezen voor hoge isolatiewaarden, triple glas, HR++ glas of vacuüm glas en wellicht ook een warmtepomp met lage temperatuur verwarming. De extra investering, ten opzichte van de kosten om het huis ‘gewoon’ te verbeteren, is in dit geval relatief laag.
Dat is anders als je huis al redelijk geïsoleerd is en energielabel C of hoger heeft. Voor die huizen is het vaak aantrekkelijker om met isolatie- en andere verbetermaatregelen aan te sluiten bij onderhoud dat toch al nodig is.
Op energielabel en uw woning vind je meer informatie over het energielabel.
De energie-index is een getal dat aangeeft hoe energiezuinig een bestaande woning is. Het lijkt op het energielabel, maar is veel uitgebreider. Het laat ook zien welke mogelijkheden je hebt om je huis energiezuinig te maken. Als je overweegt om je huis energieneutraal te maken, is het verstandig om een erkend energie-adviseur langs te laten komen voor een energie-index.
Nieuwbouwwoningen hebben geen energie-index maar een EPC-waarde. EPC is een afkorting van energieprestatiecoëfficiënt. De EPC-waarde geeft aan hoe energiezuinig de nieuw te bouwen woning moet worden. Het is bedoeld voor de bouwer: die weet waar hij aan moet voldoen.
Hoe lager het EPC-getal, hoe energiezuiniger de woning. Een bijna-energieneutrale woning heeft een EPC van 0. Vanaf 2015 worden alleen nog bouwvergunningen afgegeven voor woningen met een EPC van 0,4. Vanaf 2021 is dat een EPC van 0.
(Stcrt. 2020,37764)
De bepalingsmethode om aan te tonen dat men aan deze BENG-eisen zal voldoen –de NTA 8800- wijzigt ten opzichte van de huidige bepalingsmethode NEN 7120. Om de ontwikkelende nieuwbouw-partijen zich tijdig op deze nieuwe bepalingsmethode en de nieuwe eisen te kunnen laten voorbereiden zijn er vanaf 1 juli 2020 geattesteerde versies van de rekensoftware ter beschikking gekomen, die voor de aanvraag van een vergunning voor het bouwen vanaf 1 januari 2021 kan worden gebruikt. Tevens is de grenswaarde voor het beperken van het risico op oververhitting in de zomer (TOjuli) in deze wijziging opgenomen.
Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat de vergunningaanvragen vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). Die eisen vloeien voort uit het Energieakkoord voor duurzame groei en uit de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD).
De energieprestatie bij BENG wordt bepaald aan de hand van 3 individueel te behalen eisen:
Ga voor meer informatie naar de Energieprestatie indicatoren BENG.
Deze eisen vervangen de EPC, de huidige eis voor nieuwbouw. BENG is gebaseerd op de Trias Energetica, een driestappenstrategie om een energiezuinig ontwerp te maken. De EPC voldoet niet meer. Je kunt bijvoorbeeld een grote glaswand in een gebouw zetten en de EPC-eis halen door deze energieverliezen bij glas te compenseren met zonnepanelen; de huidige nieuwbouweis houdt geen rekening met het energieverlies van de woning door de gebouwvorm.
Er is daardoor bij de huidige eis geen relatie met het energieverbruik per m2. De BENG-eisen houden hier wel rekening mee. Er geldt een aparte eis voor de buitenkant van een gebouw, de zogenoemde schil, om de energiebehoefte te limiteren. Dit noemen we BENG 1. Ook moet de energievraag van een gebouw zo veel mogelijk uit hernieuwbare energie bestaan: de BENG 3-eis. En tenslotte moet de resterende energiebehoefte zo efficiënt mogelijk worden opgewekt: BENG 2. De hoogte van de eisen verschilt per type woning of gebruiksfunctie en is terug te vinden in het Bouwbesluit.
De 3 BENG-eisen dienen allemaal te voldoen aan de grenswaarde. Om handgrepen te geven aan de verschillende manieren waarmee de grenswaarde van de BENG kunnen worden behaald, staan in de infographic Slimme innovaties 15 slimme innovaties die bijdragen aan de BENG-eisen. Deze zijn speciaal voor ingewikkelde situaties.
Voor alle nieuwbouw geldt dat de vergunningaanvraag moet voldoen aan de BENG-eisen. Deze geven de hoogte van de score aan, aan de hand van 3 individueel te behalen eisen. Hiervoor gebruiken we onderstaande termen en aanduidingen:
Term
Nieuwbouweisen voor de maximum energiebehoefte in kWh per m² gebruiksoppervlakte per jaar (kWh/m².jr)
Nieuwbouweisen voor het maximum primair fossiel energiegebruik in kWh per m² gebruiksoppervlakte per jaar (kWh/m².jr)
Nieuwbouweisen voor het minimum aandeel hernieuwbare energie in procenten (%)
Aanduiding
BENG 1
BENG 2
BENG 3
Bij het berekenen van de energieprestatie indicatoren gebruiken we de volgende termen in de regelgeving en daarnaast worden er informele aanduidingen gebruikt:
Term
Energiebehoefte in kWh per m² gebruiksoppervlakte per jaar (kWh/m².jr)
Primair fossiel energiegebruik in kWh per m² gebruiksoppervlakte per jaar (kWh/m².jr)
Aandeel hernieuwbare energie in procenten (%)
Aanduiding
EP1
EP2
EP3
Bij gebiedsgebonden maatregelen is er een verbijzondering van EP2:
Term
Primair fossiel energiegebruik met energiemaatregelen op gebiedsniveau forfaitair, in kWh per m² gebruiksoppervlakte per jaar (kWh/m².jr)
Primair fossiel energiegebruik met energiemaatregelen op gebiedsniveau kwaliteitsverklaringen, in kWh per m² gebruiksoppervlakte per jaar (kWh/m².jr)
Aanduiding
EP2; EMGf
EP2
Betere isolatie en betere luchtdichtheid zijn consequenties van de eisen. Hierdoor wordt het realiseren van een gezond binnenklimaat in hogere mate afhankelijk van de voorzieningen voor de luchtverversing in de gebouwen. Bij de verdere ontwikkeling van bijna-energieneutrale concepten is dit een belangrijk aandachtspunt. Van belang is dat ontwerpers van gebouwen in hun ontwerp met de circulatiestromen van koude lucht in een gebouw rekening houden en dat uitvoerders het ontwerp op dit punt goed uitvoeren. Bij de verdere ontwikkeling van bijna-energieneutrale concepten is dit een belangrijk aandachtspunt.
In het rapport Comfortbeleving in goed geïsoleerde woningen worden meer handvaten hiervoor gegeven. En vanuit praktijkervaringen met BENG zijn er praktische tips voor de uitwerking gegeven.
We worden geconfronteerd met steeds warmere zomers. Hiermee neemt de noodzaak toe om maatregelen te treffen om het risico op oververhitting bij nieuwbouw woningen te beperken. Nieuwe woningen worden zo energiezuinig mogelijk gebouwd, en houden daardoor hun warmte beter vast. Direct zonintreding heeft een grote invloed op oververhitting bij nieuwbouw woningen wat in de zomer problemen kan opleveren. Hogere binnentemperaturen leiden tot gezondheidsrisico’s en overlast.
Hierdoor is er een indicator ter verlaging van het risico op oververhitting genaamd: TOjuli (TOjuli). De grenswaarde per 1 januari 2021 voor de TOjuli indicator is: 1,20. Deze waarde is een indicatiegetal waarmee per oriëntatie van het gebouw inzicht wordt gegeven in het risico op temperatuuroverschrijding. De TOjuli volgt automatisch uit de software van de Energieprestatieberekening conform de NTA 8800. Woningen met een actieve koeling voldoen automatisch aan de TOjuli-eis.
Een temperatuuroverschrijdingsberekening met een dynamisch simulatieprogramma kan specifieker voorspellen wat het risico op temperatuuroverschrijding is. Indien de TOjuli de grenswaarde van 1,20 overstijgt mag aan de hand van het dynamisch simulatieprogramma Gewogen Temperatuuroverschrijding (GTO) alsnog aangetoond worden dat het risico op oververhitting acceptabel blijft. De grenswaarde voor de GTO, conform vastgestelde uitgangspunten voor de berekening, is gesteld op 450 uur.
In de Factsheets koudetechnieken staat een verzameling factsheets met de opties voor koeling. Per factsheet is aangegeven hoe duurzaam de techniek is, hoe het gebruikt wordt, de stand van de techniek, de rol van de gebruikers en waar het geschikt is.
Het toetsen van de BENG-eisen gebeurt per 1 januari 2021 met de NTA 8800. De EPC komt te vervallen. Bezoek de website van NEN voor meer informatie en het gratis downloaden van de NTA 8800. Vergunningsaanvragen voor niet-overheidsgebouwen tot 31 december 2020 vallen nog onder de EPC-regelgeving.
Voor meer over de bepalingsmethode BENG.
De Nederlandse wet- en regelgeving voor de energieprestatie van gebouwen is gebaseerd op de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). De wijzigingen ten aanzien van de BENG-eisen komen in het Bouwbesluit. Andere regelgeving die voortkomt uit de EPBD, staat onder andere in het Besluit energieprestatie gebouwen (BEG) en de Regeling energieprestatie gebouwen (REG).
Meer over de wettelijke eisen BENG.
Bron zie rvo.nl