Uw leven lang hele lage kosten voor onderhoud en geen kosten voor gas en elektriciteit.
Dat krijgt u met een energieneutrale woning. In deze milieuvriendelijke en comfortabele woningen is geen tocht, geeft gelijkmatige warmte, voelen de vloeren niet koud aan en er is steeds aanvoer van verse lucht.
Zo’n 15% van al het energieverbruik in Nederland gebruiken we in woningen. Door betere isolatie en zuinige ketels is het energieverbruik per woning door de jaren heen gedaald. Maar het kan nog duurzamer: een woning die niet méér energie verbruikt dan die zelf opwekt. Zo’n woning is energieneutraal.
Er zijn al bijna 12.000 energieneutrale woningen in Nederland (stand op 1 januari 2020). En er staan nog duizenden energieneutrale woningen op de planning om gebouwd te worden, voor kopers én voor huurders. Als huiseigenaar kunt u kiezen voor nieuwbouw, maar ook u kunt een bestaand huis energieneutraal verbouwen.
Kenmerk van een energieneutraal huis is dat de energie die je gebruikt in balans is met de energie die je zelf opwekt. Die balans bereik je zo:
Energie opwekken kun je zelf doen (bijvoorbeeld met zonnepanelen), maar het kan ook op lokaal- of wijkniveau, of samen met je buren. En het kan op verschillende manieren: met zonne-energie, wind, aardwarmte, hout of biogas.
Waarschijnlijk heb je nog wel stroom nodig van je energiebedrijf (vooral in de winter), maar je levert zelf ook stroom aan dat bedrijf (vooral in de zomer). Over een jaar gemeten heb je dus ‘nul op de meter’ staan.
Sommige energieneutrale woningen zijn zelfs energieleverend op jaarbasis. Zo’n energieleverend huis wekt meer energie op dan het verbruikt.
In een energieneutrale woning worden bijna altijd de volgende onderdelen toegepast:
Energieneutrale woningen zijn geen science fiction, ze bestaan al. Huidige nieuwbouwwoningen komen er al dicht bij in de buurt. En ook steeds meer woningeigenaren laten hun bestaande woning verbouwen tot energieneutraal huis. Daarbij gaat het niet alleen om relatief nieuwe huizen: ook oudere woningen kunnen energieneutraal gemaakt worden. De beste resultaten worden behaald met goed geïsoleerde ‘prefab’ voorzetgevels en daken, die als een tweede huid om de woning worden gebouwd.
Een energieneutrale woning is heel comfortabel als je er goed mee omgaat. Het vraagt waarschijnlijk wel iets ander gedrag dan je gewend bent. Zo is bij een lage temperatuur verwarming een constante temperatuur belangrijk. Je hoeft de thermostaat ’s nachts, of als je op vakantie gaat, niet lager te zetten. Ramen open zetten om te ventileren hoeft niet, en is zelfs af te raden in dit soort woningen, omdat je daarmee het ventilatiesysteem stoort.
Het is dus belangrijk dat je van tevoren goed weet hoe je in het huis moet wonen. En dat je regelmatig je energieverbruik meet: je weet dan of je het goed doet, of dat je iets aan moet passen. Overleg ook regelmatig met de bouwer of aannemer welke aanpassingen eventueel nodig zijn.
Wil je je huis verbouwen tot energieneutraal, dan kun je kiezen of je alles in één keer doet, of het stap voor stap laat doen. Op Energieneutraal verbouwen lees je wat de voor- en nadelen zijn. Ook vind je er informatie over de kosten.
Sinds 1995 zijn er normen voor het energieverbruik van nieuwbouwhuizen. Die normen worden steeds strenger: huizen die na 2020 opgeleverd worden, moeten bijna energieneutraal zijn (dat wil zeggen: zelf de energie opwekken die nodig is voor het verwarmen, koelen en ventileren van de woning en voor warm tapwater en verlichting).
Een nieuwbouwhuis is vaak iets duurder dan een huis van bijvoorbeeld 10 jaar oud, zeker wanneer het huis energieneutraal opgeleverd moet worden. Maar over een langere periode bekeken is het bewonen van een energieneutrale woning voordeliger. Een voorbeeld: als je nu een energieneutraal huis koopt en daar 15 jaar blijft wonen, bespaar je 15.000 euro ten opzichte van een woning uit 2006. Daarbij is rekening gehouden met de hogere hypotheek die je voor de aanschaf nodig hebt én met de kosten van onderhoud van de duurzame installaties.
Een volledig energieneutraal huis is hetzelfde als een nul-op-de-meter-woning. Zo’n woning wekt zelf alle energie op die het verbruikt. Daarvoor worden meestal zonnepanelen gebruikt. De berekening wordt dan gemaakt over de periode van 1 januari – 31 december. Met zonnepanelen is het in Nederland niet mogelijk om op ieder moment zelf de energie op te wekken die je gebruikt. De meeste energie verbruiken we in de winter, terwijl zonnepanelen vooral in het voorjaar en de zomer energie opwekken. In de zomer lever je dan stroom aan het energiebedrijf, in de winter neem je energie af. Lever je over een heel jaar gemeten minstens zoveel energie als je afneemt, dan heb je nul-op-de-meter staan en is je woning energieneutraal.
Lever je zelfs meer stroom aan het elektriciteitsnet dan je afneemt? Dan heb je een energieleverende woning, bijvoorbeeld een ‘energiepluswoning’. Dat is het zuinige zusje van een nul-op-de-meterwoning.
Een zelfvoorzienende woning voorziet helemaal in haar eigen energiebehoefte en staat los van het energienet. Om zelfvoorzienend te zijn, is het nodig om zelf opgewekte energie op te slaan totdat je het gaat gebruiken. Dat is nu nog erg duur. Daarom is het handig om wel een aansluiting met het elektriciteitsnet te houden. Een andere naam voor een zelfvoorzienende woning is autarkische woning.
Er zijn allerlei soorten energieneutrale of zeer energiezuinige woningen: energienotaloos huis, energiebalanswoning, nulenergiewoning, passief huis, zonnehuis, zonnehaardwoning. Ze verschillen op onderdelen, maar hebben allemaal met elkaar gemeen dat ze zeer goed geïsoleerd zijn, weinig energie verbruiken en zelf zo veel mogelijk energie opwekken.
Een woning kan volledig energieneutraal zijn of bijna energieneutraal. Wat is het verschil?
Een woning is bijna energieneutraal als die zelf de energie opwekt die nodig is voor het gebouw. Dat wil zeggen: voor verwarmen en koelen van de woning, ventilatie, warm water en verlichting, inclusief de energie die nodig is voor het verwarmings- en ventilatiesysteem (bijvoorbeeld de ventilatoren en de warmtepomp). Dit is het ‘gebouwgebonden’ energiegebruik.
Een volledig energieneutraal huis wekt daarnaast ook de energie op voor alle apparaten in huis (oven, koelkast, wasmachine, tv, computer, enzovoort). Dit is het ‘gebruiksgebonden’ energieverbruik. Gemiddeld gaat het om een energieverbruik van 2.500 kWh per jaar (ongeveer 10 zonnepanelen).
Energieneutraal is niet hetzelfde als klimaatneutraal. Een woning is klimaatneutraal als die alleen duurzame energie verbruikt. Er is dan geen CO2-uitstoot voor die woning. Maar zo’n woning hoeft niet energieneutraal te zijn.
Aan het energielabel van je woning kun je in één oogopslag zien hoeveel je nog aan je eigen huis kunt verbeteren. Een woning met energielabel G of F is slecht geïsoleerd. Als je zo’n woning wilt verbeteren, is het aantrekkelijk om de boel meteen goed aan te pakken en te kiezen voor hoge isolatiewaarden, triple glas, HR++ glas of vacuüm glas en wellicht ook een warmtepomp met lage temperatuur verwarming. De extra investering, ten opzichte van de kosten om het huis ‘gewoon’ te verbeteren, is in dit geval relatief laag.
Dat is anders als je huis al redelijk geïsoleerd is en energielabel C of hoger heeft. Voor die huizen is het vaak aantrekkelijker om met isolatie- en andere verbetermaatregelen aan te sluiten bij onderhoud dat toch al nodig is.
Op energielabel en uw woning vind je meer informatie over het energielabel.
De energie-index is een getal dat aangeeft hoe energiezuinig een bestaande woning is. Het lijkt op het energielabel, maar is veel uitgebreider. Het laat ook zien welke mogelijkheden je hebt om je huis energiezuinig te maken. Als je overweegt om je huis energieneutraal te maken, is het verstandig om een erkend energie-adviseur langs te laten komen voor een energie-index.
Nieuwbouwwoningen hebben geen energie-index maar een EPC-waarde. EPC is een afkorting van energieprestatiecoëfficiënt. De EPC-waarde geeft aan hoe energiezuinig de nieuw te bouwen woning moet worden. Het is bedoeld voor de bouwer: die weet waar hij aan moet voldoen.
Hoe lager het EPC-getal, hoe energiezuiniger de woning. Een bijna-energieneutrale woning heeft een EPC van 0. Vanaf 2015 worden alleen nog bouwvergunningen afgegeven voor woningen met een EPC van 0,4. Vanaf 2021 is dat een EPC van 0.
Er is een nieuw soort vacuümglas op de markt met een isolatiewaarde die zelfs beter is dan triple glas. LandVac®-glas heeft een U-waarde van 0,45 W/(m2•K) met een dikte van 8,3 mm, waarmee het in bestaande kozijnen past.
Vacuümglas is op zich niet nieuw, maar een U-waarde van 0,45 is dat volgens leverancier Global Glass Group wel. Die lage waarde is mogelijk dankzij nieuwe technieken en machines. Ultravlak glas, coatings en nieuwe randafdichtingen zorgen samen voor de bijzondere prestatie van LandVac-glas. Ter vergelijking: de gemiddelde U-waarde van triple glas varieert van 0,4 tot 0,9.
Arnaud Roozen, sales directeur van Global Glass Group, geeft aan dat zij zich met dit glas eerst richten op twee toepassingen: monumentale panden en de verduurzaming van woningen. In beide gevallen past het dunne glas in de bestaande kozijnen. Bij monumenten is dat vaak een verplichting; bij het verduurzamen van (corporatie)woningen is het vooral een kwestie van kostenafwegingen. Vacuümglas is per vierkante meter duurder dan standaard isolatieglas, maar bespaart flink door het hergebruik van de bestaande kozijnen.
Behalve de dikte is ook het relatief lage eigen gewicht van het glas een gunstige factor bij renovatie. Het glas weegt 20 kg per m2. Dit lage eigen gewicht bespaart ook op kosten van transport en plaatsing. De ruit is opgebouwd met twee lagen gehard glas, waardoor veiligheid ook gegarandeerd is. Het geharde glas zorgt tevens voor een hoge geluidsisolatie (RW>39dB). Het vacuümglas is leverbaar tot maximaal 1500×2500 mm. Aan productiemogelijkheden voor grotere maten wordt gewerkt.
Het revolutionaire LandVac® glas in West-Europa met een leverbaar U-waarde vanaf 0.45!
Wooncoöperatie zullen er blij mee zijn bij renovaties van hun woningen, een kozijn vervangen zal dan niet zo snel meer gebeuren. Maar zal glas vervanging een sneller optie zijn wat in de kosten enorm zal schelen.
Meer weten wat de mogelijkheden voor u kunnen zijn, neem vrijblijvend contact op wij helpen u graag.
Duurzaam bouwen is een breed begrip. Bij duurzaam bouwen en verbouwen wordt er rekening gehouden met de effecten op het milieu. Dat moet dan zowel bij het ontwerp van een gebouw of bouwwerk gebeuren als tijdens bouw, verbouw, renovatie of sloop. Bij duurzaam bouwen gaat het ook over het gebruik van het gebouw. Bijvoorbeeld over de uitstoot van CO2 door energieverbruik voor verwarming en koeling van een gebouw. Men bekijkt de milieueffecten dus over de hele levensduur van het gebouw of bouwwerk.
Een passiefhuis is een woning die heel weinig energie verbruikt voor verwarming. Een passiefhuis is vaak extreem goed geïsoleerd en op de zon georiënteerd. Vanaf eind jaren 80 zijn in diverse Europese landen passiefhuizen gebouwd. De laatste jaren worden er volgens dat idee ook steeds meer kantoren, scholen en andere gebouwen opgeleverd. Naast nieuwbouw wordt er ook steeds meer in de bestaande bouw volgens deze methode gewerkt.
Uw makelaar of bouwer zou u moeten kunnen vertellen of uw bestaande woning duurzaam is gebouwd. In de technische informatie moet staan welke maatregelen, materialen of producten zijn toegepast. Ook een keurmerk of certificaat kan aantonen dat de woning of het gebouw een zekere kwaliteit heeft. Deze keurmerken en certificaten verschillen ook zelf in kwaliteit.
Denk bij duurzaam bouwen aan het volgende:
Bij duurzaam bouwen gaat het om het ontwerpen en bouwen van gebouwen en bouwwerken met milieuvriendelijke producten. Hierdoor wordt het milieu minder belast. Ook kunnen bouwdelen of producten worden gebruikt die een langere levensduur hebben. Dit verspreidt de negatieve milieueffecten over een langere periode. Dit zorgt voor een jaarlijkse vermindering.
Een ander voordeel van duurzaam bouwen is de energiebesparing. Energiebesparing draagt bij aan de vermindering van de uitstoot van CO2 in Nederland. Dit geldt ook bij gebruik van duurzame energie. Minder gebruik van gas en elektriciteit scheelt ook in uw energierekening. En energiebesparende maatregelen kunnen u ook meer comfort in huis opleveren.
Meer banken spelen daarop in, met duurzaamheidshypotheken met aantrekkelijker voorwaarden. Waar moet je dan op letten?
Energiezuinige huizen zijn gebouwd volgens nieuwe technologieën. Om die reden zijn het vaak nieuwbouwwoningen, en daarvan ligt de prijs gemiddeld wat hoger dan bij bestaande bouw.
Van de tien grootste hypotheekverstrekkers bieden de Rabobank en ABN Amro een duurzaamheidshypotheek aan. De Rabo al enige tijd, ABN sinds een paar maanden. De duurzame Triodos Bank was de eerste met de Klimaat Plus Hypotheek.
Bij andere hypotheekverstrekkers kun je ook geld lenen om je koophuis te verduurzamen, maar niet onder speciale voorwaarden. Gemene deler bij de banken die dat wel doen is korting op je hypotheekrente. Maar dan moet je wel aan een aantal voorwaarden voldoen.
Zo moet je bijvoorbeeld bij ABN Amro het geleende bedrag van maximaal 25.000 euro besteden aan energiebesparing. Denk dan aan bijvoorbeeld vloerisolatie, duurzame isolerende kozijnen , glas isolatie (triple -, quadro glas) of een warmtepomp.
Bij de Rabobank kun je veel meer lenen, tot maximaal 150.000 euro. Maar dan moet je wel aan strenge voorwaarden voldoen. De Rabo Groenhypotheek is alleen beschikbaar voor een nieuwbouwhuis met een zogenoemde ‘groenverklaring’ (zie kader). Ook moet elke snipper hout in het huis duurzaam zijn gewonnen.
Een Groenverklaring kun je alleen aanvragen als aannemer of projectontwikkelaar. Je moet dan aangeven wat je van plan bent en hoe goed je plannen zijn voor het milieu. Dat wordt vervolgens getoetst.
In het register Groenverklaringen kun je als koper opzoeken of een bouwproject zo’n verklaring heeft. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verstrekt de Groenverklaringen.
Bovendien mag je bij een Groenhypotheek een maximale EPC hebben van 0,26. Die EPC, of energieprestatiecoëfficiënt, geeft aan hoe energiezuinig een woning is. In 1990 was de EPC van een gemiddelde woning 1,0.
Een EPC van 0,26 betekent dus dat je nieuwbouwhuis, in vergelijking met 1990, nog maar 26 procent van de energie nodig heeft.
Sinds 2014 is een EPC van 0,4 verplicht voor nieuwe woningen. Dat betekent dat je projectontwikkelaar meer zijn best moet doen bij de bouw en dat heeft natuurlijk een prijskaartje.
Triodos is de enige die de duurzame voorwaarden op je hele lening toepast. Als je het voordeligst uit wil zijn moet je een energieneutraal huis op het oog hebben, of eentje met een EPC van 0,19.
Wat je korting precies is hangt af van je persoonlijke omstandigheden, zoals het bedrag dat je wilt lenen, de waarde van het huis dat je wilt kopen en of je aanspraak maakt op de nationale hypotheekgarantie (NHG).
Stel, je hebt een nieuwbouwhuis van 300.000 euro op het oog, met een EPC van 0,19. Je financiert de aankoop volledig vanuit je hypotheek. Je maakt geen aanspraak op NHG, omdat je boven de grens van 290.000 euro zit. En de rente staat voor 10 jaar vast en je lost annuïtair (zie kader onderaan) af. Dat levert het volgende rekenvoorbeeld op.