- NEN 7120
- NEN 8088-1+C1:2012 / C3 2014 Ventilatie en luchtdoorlatendheid van gebouwen
- SBCURnet.nl: Referentiedetails Woningbouw
Je huis is een plek waar je prettig en gezond wilt leven. Dat kan heel goed met aandacht voor het milieu. Let op energiebesparing en de keuze van materialen als je gaat klussen of verbouwen. En maak van je tuin een groen paradijs.
Of je nu grootscheeps gaat verbouwen of een kleine renovatie uitvoert: het is een kans om je huis geschikt te maken voor bezuiniging verbruik en aardgasvrij wonen.
Kozijnen vervangen: kies HR triple glas of HR quadro glas
Ga je je kozijnen vervangen? Kies voor de beste isolatie: triple glas of quadro glas in isolerende kozijnen. Het kost wat extra, maar je bent helemaal bij de tijd voor duurzaam verwarmen. Check ook of er voor jouw huis nog extra ventilatievoorzieningen nodig zijn.
Zijn je kozijnen of het glas aan vervanging toe? Nu je toch aan de slag gaat: doe het meteen goed en maak je huis aardgasvrij-proof. Kies voor isolerende kozijnen met triple glas erin.
Benut vanaf nu iedere verbouwing of klus om je huis goed te isoleren. Nederland gaat stap voor stap van het aardgas af. Dat betekent dat we onze huizen op een andere manier moeten gaan verwarmen, bijvoorbeeld met elektriciteit of warmte van een lagere temperatuur. Dat kan alleen op een efficiënte manier als je huis goed geïsoleerd is. Voordeel: het levert je ook een lage energierekening en een warm en comfortabel huis op.
Tips kozijnen vervangen en energie besparen
Je staat er misschien niet zo snel bij stil, maar ook via de kozijnen verlies je warmte naar buiten. Met goed isolerende kozijnen is dat een stuk minder. Let daarom op de isolatiewaarde (U-waarde) van de kozijnen: kozijnen die goed isoleren hebben een U-waarde van 1,3 of lager. Weten wat het kost en wat je ermee bespaart? Ga naar Isolerende kozijnen en deuren.
HR++ glas is goed, maar triple glas(HR+++) of quadro glas ( HR++++) isoleert het beste. Het is wel zo’n 20 procent duurder dan HR++ glas, maar die extra kosten verdien je weer terug door een lagere energierekening. Bedenk dat kozijnen en glas heel lang mee gaan. Lees alles over de voordelen van triple glas of quadro glas. Zie hier
Op verschillende plekken kunnen naden en kieren zitten: tussen het kozijn en de muur, tussen het glas en het kozijn en – bij ramen die open kunnen – tussen het draaiende deel en het vaste kozijn. Naden en kieren veroorzaken tocht in huis en je verliest er onnodig warmte mee, waardoor je harder moet stoken. Let er daarom op dat jij (of het bedrijf dat de kozijnen plaatst) naden en kieren goed dichtmaakt als je kozijnen gaat vervangen. Met dubbele kierdichting heb je op 2 plaatsen een tochtstrip tussen het raam dat open kan en het vaste kozijn. Dat sluit beter af dan één simpele tochtstrip.
Meerpuntssluiting zorgt ervoor dat het raam op meer dan 1 plek dicht klikt. Daardoor sluit het beter en heb je minder kieren. Ramen en deuren met dubbele kierdichting hebben standaard ook meerpuntssluiting.
Kozijnen vervangen geeft je meteen de kans om de ventilatie van je huis te verbeteren. Daarmee zorg je voor gezonde lucht in huis en voorkom je vochtproblemen. Laat ventilatieroosters boven het glas in de kozijnen zetten, of mooi weggewerkt tussen de kozijnen en de gevel. Winddrukgeregelde ventilatieroosters hebben als voordeel er niet te veel lucht binnenkomt als de wind er op staat. Op Natuurlijke ventilatie lees je meer over soorten ventilatieroosters.
De ventilatieroosters zijn handig om in de zomer en het voor- en naseizoen voor frisse lucht in huis te zorgen. Maar in de winter komt er door de roosters koude lucht de kamer in. Die lucht moet opgewarmd worden en dat kost energie. In kamers die je verwarmt is het daarom slim om een ventilatie-unit te laten installeren die de warmte terugwint. In het stookseizoen doe je de roosters dan dicht en gebruik je de ventilatie-unit. Dat is een apparaat in de muur of onder het raam die soms meteen als radiator dient. Het apparaat zorgt voor toevoer van verse lucht en afvoer van ‘gebruikte’ lucht. De warme lucht uit de kamer gaat door het apparaat naar buiten en warmt de binnenkomende koude lucht alvast op. Dat scheelt energie. Buiten het stookseizoen (in de zomer en het voor- en najaar, als de verwarming nog niet aan is) kun je de ventilatie-unit uitzetten en de roosters gebruiken.
Tussen de milieu-impact van hout, aluminium of kunststof zit weinig verschil. Kies vooral het materiaal dat jij mooi of praktisch vindt. De kwaliteit van de kozijnen is belangrijker dan het materiaal: kozijnen van een hoge kwaliteit gaan lang mee. Je kunt bij aankoop letten op een aantal keurmerken. Verder gaan je kozijnen langer mee als je ze goed onderhoudt en als je houten kozijnen regelmatig een likje verf geeft.
KOMO-keur is een algemeen keurmerk dat hoge kwaliteit garandeert. KOMO-producten kun je vinden bij timmerfabrieken die zijn aangesloten bij de Stichting Garantie Timmerwerk.
Voor hang- en sluitwerk (sloten en scharnieren) is er het SKG-keurmerk: dit garandeert een lange levensduur en beschermt tegen inbraak.
Als je kiest voor een houten buitenkozijn, let er dan op dat het hout afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen. Dit herken je aan het FSC- of PEFC-keurmerk. Lees meer over over verantwoord hout kiezen.
Houten kozijnen met DUBO-keur hebben een lage milieu-impact, onder andere doordat ze met hout uit duurzaam beheerde bossen zijn gemaakt.
Aluminium kozijnen met VMRG-keurmerk hebben standaard een thermische onderbreking zodat je minder warmte verliest. De kozijnen blijven lang goed en mooi. Aluminium dat tijdens fabricage, sloop of renovatie vrijkomt, wordt hergebruikt. Aluminium en stalen kozijnen met DUBO-keur hebben minder milieu-impact, onder andere doordat ze voor meer dan 97% uit gerecycled aluminium of staal zijn gemaakt.
Kunststof kozijnen met het VKG-keurmerk zijn van goede kwaliteit en kunnen goed gerecycled worden. Ook voldoen ze aan strenge eisen wat betreft constructie, inbraakwering en installatie.
Van oudsher worden kozijnen in Nederland in de muur ingemetseld. Dat heeft als nadeel dat het kozijn lastig te verwijderen, repareren of verplaatsen is zonder beschadigingen. Daarom worden tegenwoordig vaak montagekozijnen geplaatst. Die komen kant-en-klaar uit de fabriek (vaak afgelakt en met het glas er al in) en worden met schroeven vastgemaakt aan een frame dat in de muur is geplaatst (dit heet een stelkozijn). Daardoor kun je het kozijn makkelijk in zijn geheel loshalen en later weer in de gevel zetten. Handig als je van plan bent om je gevel nog eens aan te passen of beter te isoleren!
Montagekozijnen zijn van hoge kwaliteit en gaan lang mee. Ze kunnen van hout, kunststof of aluminium worden gemaakt. In nieuwbouwhuizen zijn ze heel gewoon, maar je kunt ze ook nemen als je bestaande kozijnen gaat vervangen. Het oude, ingemetselde kozijn wordt dan vervangen door een frame in de muur, waaraan het montagekozijn wordt vastgeschroefd. Vraag ernaar bij je aannemer of kozijnleverancier. Vraag bij houten montagekozijnen naar categorie II of III: die zijn in de fabriek helemaal afgelakt en daardoor heel goed bestand tegen weer en wind.
Laat een nieuw houten kozijn voor plaatsing door je aannemer 2 keer in de grondverf zetten. Dat geeft voor de eerste weken voldoende bescherming.
Het is verstandig om je houtwerk in lichte kleuren te schilderen: donker geschilderd hout warmt extra op als de zon erop schijnt. Het hout gaat dan werken en kan dan scheuren. Ook de verflaag gaat dan minder lang mee. Meer tips vind je op de pagina over hout schilderen.
Aluminium en kunststof kozijnen hoef je alleen schoon te houden, bijvoorbeeld met een sopje van afwasmiddel. Kozijnen die geschilderd zijn – meestal houten kozijnen maar soms ook aluminium – moet je jaarlijks goed nakijken en eventueel bijwerken. Eens per 5 jaar is een nieuwe verflaag nodig. Controleer jaarlijks de tochtprofielen en het hang- en sluitwerk op slijtage.
Kozijnen die nog goed zijn (en voldoende isoleren) kunnen hergebruikt worden. Oude kozijnen die slecht zijn, kunnen gerecycled worden. Aluminium kan bijvoorbeeld omgesmolten worden, dat kost veel minder energie dan het maken van nieuw aluminium. Ook houten en kunststof kozijnen kunnen op een verantwoorde manier verwerkt worden.
Het bedrijf dat de nieuwe kozijnen plaatst, neemt de oude kozijnen mee. Ga je zelf aan de slag? Lever de kozijnen dan in bij de milieustraat. Kunststof kozijnen kun je ook inleveren bij sommige kozijnproducenten, inleverpunten vind je bij vkgkeurmerk.nl. Het glas kun je inleveren bij de glashandel of de milieustraat: het mag niet in de glasbak.
Kozijnen vervangen is een klus voor een vakman. Wij zijn met onze vakkundige mensen die isolerende kozijnen met HR triple glas en HR quadro glas aanbieden.
Bij kozijnen en ruiten van voor 1994 kan asbesthoudende kit of stopverf zijn gebruikt (tussen de ruit en het kozijn en tussen het kozijn en de muur). Vraag het bedrijf dat je kozijnen gaat vervangen of ze dit willen checken. Wees er ook alert op als je zelf het glas of de kozijnen wilt verwijderen.
Op Asbest lees je meer over het verwijderen en afvoeren van asbest. Over asbest
Check op Energiesubsidiewijzer.nl of je subsidie kunt krijgen voor het plaatsen van isolatieglas en nieuwe kozijnen.
Brancheverenigingen voor kozijnen:
de Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (houten kozijnen),
VMRG (aluminium kozijnen)
VKG (kunststof kozijnen).
Wilt u meer weten, neem gerust contact op.
Een luchtdichte aansluiting van de kozijnen is belangrijk met het oog op de totale luchtdichtheid van gebouwen. Hier worden namelijk hoge eisen aan gesteld vanwege onder meer EPC en BREEAM, en in de toekomst BENG. (zie)
De luchtdichtheid van de aansluiting tussen kozijn en stelkozijn moet worden gerealiseerd aan de binnenzijde, bij voorkeur door middel van een kitvoeg op rugvulling. Een alternatief is de aansluiting afdichten met een elastisch PUR-schuim en een kitvoeg aan de binnenzijde. Het voordeel hiervan is een verbetering van de warmteweerstand. Het nadeel is dat de ventilatie van het stelkozijn wordt beperkt en dat er vocht- transport plaatsvindt via het PUR-schuim, waardoor het risico op lekkage toeneemt. Deze afdichting heeft niet de voorkeur.
De binnendichting is aan de onderzijde niet ver genoeg doorgezet. Bij de zijaansluiting is de binnendichting niet tussen kozijn en stelkozijn aangebracht en dus niet functioneel.
De luchtdichte aansluiting tussen stelkozijn en binnenblad moet worden gerealiseerd met een kitvoeg op rugvulling of voldoende gecomprimeerd geïmpregneerd afdichtingsband of een elastisch PUR-schuim. Het afplakken van stelkozijnen op het binnenblad is uit oogpunt van luchtdichtheid in de praktijk niet voldoende. Sowieso is het zeer risicovol om de onderregel van het stelkozijn af te plakken op het binnenblad. Bij onvoldoende waterdichte stelkozijnen (verbindingen) wordt vocht opgesloten en ontstaat op termijn houtrot. Bij diverse projecten is hier grote schade door ontstaan. Stelkozijnen moeten wel aan de boven- en zijaansluitingen worden afgeplakt op het binnenblad, maar dan uit oogpunt van waterdichtheid.
Aluminium en kunststof kozijnen sluiten meestal aan op het stelkozijn met een rubber profiel. Afhankelijk van de detaillering (onder andere neggediepte), de oriëntatie en de hoogte van het gebouw, worden deze aansluitingen meer of minder zwaar met water belast. Er moet vanuit worden gegaan dat de aanslag van het kozijn op het stelkozijn niet waterdicht is. De hoeveelheid water in de aansluiting is afhankelijk van de kwaliteit van monteren en de kwaliteit van de binnendichting. Bij een onvoldoende luchtdichte binnendichting treedt er drukverschil op tussen de buitendichting (het rubber profiel) en de bouwkundige aansluiting, waardoor water gemakkelijker kan binnendringen (zie principe tweevoudige afdichting).
Bij kozijnaansluitingen wordt nog te vaak een enkele dichting toegepast. Een klein defect in deze afdichting heeft al tot gevolg dat er bij een drukverschil over de gevel een luchtstroom naar binnen ontstaat. Wanneer er water langs de gevel stroomt, wordt het water gemakkelijk mee naar binnen gezogen. Daarnaast zijn tochtklachten een logisch gevolg. Een tweevoudige afdichting is veel beter. Het principe hiervan is dat over de buitendichting geen luchtdrukverschil aanwezig is. Dit wordt bereikt door de ruimte tussen de beide dichtingen in verbinding te stellen met de buitenlucht. Dit kan door de buitendichting te onderbreken op een positie waar waterintreding minimaal is.
Geadviseerd wordt het buitenafdichtingsrubber bij de stijlen (onderzijde) over 15 mm te onderbreken. Bij een defecte buitendichting stroomt er, als gevolg van deze drukvereffening, veel minder water in deze ruimte. Men moet er echter wel altijd van uitgaan dat er water in deze ruimte komt. Dit betekent dat de binnendichting lucht- en waterdicht moet zijn en de constructie (stelkozijn) duurzaam bestand moet zijn tegen vochtbelasting. Voor een binnendichting zijn afdichtingsbanden niet geschikt. Ze werken als spons, lopen in de hoeken rond, worden onderbroken door bevestigingsankers of hebben onvoldoende druk op de voegwanden. Een binnendichting moet daarom worden uitgevoerd met kit op een rugvulling.
Volgens het Bouwbesluit moeten uitwendige scheidingsconstructies waterdicht zijn volgens NEN 2778 ‘Vochtwering in gebouwen’. Volgens deze norm mag, na beproeving, het vochtgehalte van onderdelen van de gevelconstructie (lees houten stelkozijn) niet hoger zijn dan het evenwichtsvochtgehalte van deze onderdelen. In NEN-EN 1027:2016 en ‘Ramen en deuren – Waterdichtheid – Beproevingsmethode’, specifiek voor kozijnen, wordt in paragraaf 3.3 aangegeven dat onderdelen die niet zijn ontworpen om nat te worden, niet nat mogen worden. Bouwkundige aansluitingen moeten worden ontworpen volgens NEN 2778 respectievelijk NEN-EN 1027. In praktische zin komt het erop neer dat de stelkozijnen bestand moeten zijn tegen waterbelasting, zodat geen degradatie optreedt.
Het stelkozijn (hsb-element) is niet duurzaam bestand tegen vochtbelasting. De verbindingen zijn niet waterdicht, waardoor vocht in het kopse hout kan treden.
Er wordt ten aanzien van de duurzaamheid voldaan aan NEN 2778 bij toepassing van:
Voor de test moet worden beoordeeld of de bouwkundige aansluiting, het stelkozijn, zodanig is ontworpen dat er water mag komen en of dit naar buiten kan worden afgevoerd. Zo niet, dan moet het kozijn na de test worden gedemonteerd. Indien dan geen vocht wordt vastgesteld, wordt voldaan aan de eisen. Er zijn echter op termijn wel risico’s op degradatie.
Bron: Bouwwereld, Milieucentrale
De Vereniging Eigen Huis (VEH) klaagt opnieuw over de grote verschillen bij de kosten die gemeenten rekenen voor een bouwvergunning. Volgens de VEH is een bouwvergunning in de ene gemeente soms wel 24 keer duurder dan in een andere gemeente.
,,Onacceptabele prijsverschillen voor dezelfde vergunningen”, stelt de belangenorganisatie.
De gemeente Voorschoten in Zuid-Holland spant volgens de VEH de kroon. Daar betaalt een koper van een gemiddelde nieuwbouwwoning bijna 9000 euro voor het papierwerk van de bouwvergunning. In Hoogeveen in Drenthe kost dezelfde vergunning niet meer dan 1850 euro.
De VEH wil dat het Rijk gemeenten dwingt om een uniforme rekenmethode te gebruiken. Alleen dan wordt de kostenopbouw van een bouwvergunning voor consumenten inzichtelijk en vergelijkbaar. ,,Gemeenten hebben geen heldere onderbouwing van de kosten die zij aan hun bewoners berekenen, terwijl ze hier sinds 2017 wel toe verplicht zijn. Daardoor is de controleerbaarheid van de leges voor zowel de Raad als voor de aanvrager ver te zoeken. Dat kan zo niet langer”, aldus Rob Mulder van de VEH.
Bron: ANP
Dan ben je verplicht een energielabel aan te vragen. Op het moment dat een woning van eigenaar wisselt, moet je als verkoper het energielabel overhandigen aan de nieuwe eigenaar.
Verkoop je een woning zonder energielabel, dan kun je een boete krijgen die kan oplopen tot 405 euro. Het aanvragen van een energielabel kost geld. Dit bedrag kan variëren van een paar euro tot een paar tientjes. De erkend deskundige, die je aanvraag controleert, kan zelf de prijs bepalen. Je kunt uit de lijst van deskundigen kiezen met welke deskundige je in zee wilt gaan.
Officieel hoef je het energielabel pas bij overdracht (het officiële verkoopmoment) te overhandigen. Maar in de praktijk zullen kopers als ze bezig zijn met het zoeken van een woning, al willen weten wat het energielabel is. Vraag daarom bij het te koop zetten van je woning al een energielabel aan. Wellicht kan de makelaar daar bij helpen.
De officiële website om een energielabel aan te vragen is www.energielabelvoorwoningen.nl. Hieronder lees je hoe de aanvraag in zijn werk gaat en welke gegevens je nodig hebt.
Het aanvragen van een energielabel gaat in zes stappen:
Stap 1: DigiD
Met je DigiD kun je inloggen op websites van de overheid en in de zorg. Je DigiD bestaat uit een gebruikersnaam en een wachtwoord die je allebei zelf kiest. Heb je nog geen DigiD, of ben je je gebruikersnaam of wachtwoord vergeten: ga naar digid.nl/vraag-en-antwoord/wachtwoord-vergeten.
Stap 2: gegevens over uw woning
Het energielabel van je woning wordt bepaald aan de hand van bouwjaar, woningtype, woningoppervlakte en andere woningkenmerken die van belang zijn voor het energieverbruik. Deze kenmerken zijn:
Stap 3: bewijs toevoegen
Je moet bewijzen dat de gegevens die je aanlevert juist zijn. Documenten die als bewijs kunnen gelden zijn:
In de tool op www.energielabelvoorwoningen.nl kun je een door de Rijksoverheid erkend deskundige kiezen die bevoegd is om je gegevens en bewijs te controleren.
Stap 4 en 5: een controleur kiezen en alle gegevens versturen
In de tool www.energielabelvoorwoningen.nl kun je een door de Rijksoverheid erkend deskundige kiezen die bevoegd is om je gegevens en bewijs te controleren.
Stap 6: Het energielabel in uw mailbox
Als de erkend deskundige het bewijs accepteert, dan volgt registratie van het energielabel in de officiële database op Zoek je energielabel. Je krijgt ook een digitaal document van het energielabel, met alle kenmerken van je woning. Deze kun je uitprinten en overhandigen bij de verkoop van je woning.
Alle woningeigenaren hebben begin 2015 van de Rijksoverheid via een brief een voorlopig energielabel gekregen. Je kunt het voorlopige energielabel van je woning checken op: Zoek je energielabel.
Dit voorlopige energielabel is bedoeld om huiseigenaren bekend te maken met het energielabel en om te stimuleren om een definitief energielabel aan te vragen. Voor het bepalen van het voorlopige energielabel van je huis is gebruikgemaakt van verschillende openbare gegevens, zoals het type en het bouwjaar van de woning, en van onderzoeksgegevens over de energiezuinigheid van vergelijkbare woningen.
Het voorlopige label is een schatting. In de praktijk kan je woning een beter of slechter energielabel hebben. Het voorlopig energielabel is niet rechtsgeldig. Voor de overdracht van je woning, bij verkoop of verhuur, dien je dan ook een definitief label te overhandigen. Ga je je woning niet verkopen of opnieuw verhuren, dan hoef je het voorlopige energielabel niet definitief te maken (maar het mag wel).
Wil je op een makkelijke manier een indicatie krijgen van het energielabel van je woning, ga dan naar www.verbeterjehuis.nl en vul daar je woninggegevens in. Behalve een indicatie van het energielabel, laat Verbeteruwhuis.nl ook zien hoe het energielabel verbetert als er energiebesparende maatregelen worden uitgevoerd, zoals isolatie.
Let op!
Verbeteruwhuis.nl geeft een inschatting van het energielabel van je woning, je kunt daaraan geen rechten ontlenen. Deze indicatie vervangt een rechtsgeldig energielabel niet. Dat geldt ook voor andere modules op het internet die een schatting geven van een energielabel.
Energielabels die vóór 2015 zijn opgesteld zijn blijven, evenals het nieuwe energielabel, 10 jaar geldig (vanaf opnamedatum). Dit betekent dat hetzelfde energielabel gedurende 10 jaar kan worden overhandigd als er een nieuwe koper van de woning is.
Ben je niet tevreden met de aanvraag van het energielabel of de handelswijze van de erkend deskundige? Probeer je klacht eerst met de erkend deskundige op te lossen. Levert dit niets op, dan kun je je klacht voorleggen aan de Stichting Geschillencommissie voor Consumentenzaken.
Heeft u als huiseigenaar bij de verkoop of verhuur van uw woning geen definitief energielabel? Dan loopt u het risico op een boete. De boete kan oplopen tot maximaal € 405 particulier, zakelijk vele malen hoger gem. € 10.000. U krijgt de mogelijkheid alsnog een energielabel aan te vragen voordat u een boete krijgt.
U kunt online uw voorlopige energielabel inzien of een definitief energielabel aanvragen. Ook kunt u uw bestaande energielabel …
Bij sommige woningen of bijzondere gebouwen is een energielabel niet verplicht. Bijvoorbeeld bij een beschermd monument of …
Bent u het niet eens met uw definitieve energielabel? Bijvoorbeeld omdat u vindt dat de erkend deskundige uw bewijsstukken niet …
De juiste kennis van materialen is erg belangrijk bij het repareren of vervangen van ramen en kozijnen.
In het verleden werden bijna alle kozijnen van hout gemaakt. Tegenwoordig zijn kozijnen ook in andere materialen beschikbaar, zoals kunststof en aluminium. Alle materialen hebben voor en nadelen. Ongeacht het materiaal is het bij de aanschaf van kozijnen belangrijk te kijken of deze voorzien zijn van een keurmerk, bijvoorbeeld een KOMO-keurmerk. Hiermee ben je ervan verzekerd dat de kozijnen voldoen aan het Bouwbesluit en specifieke kwaliteits-, prestatie- en veiligheidseisen die de marktpartijen stellen.
Afhankelijk van de staat van het oude kozijn heb je de volgende mogelijkheden: het kozijn repareren of deels vervangen, een nieuw kozijn op maat maken of een geprefabriceerd montagekozijn in standaardmaat. Let bij het vervangen van kozijnen op verschillende aspecten, zoals de isolatiewaarde, de duurzaamheid en het milieu. Een goed isolerend kozijn kan flink wat energie besparen, houd daarom de isolatiewaarde in de gaten. Houten en kunststof kozijnen isoleren goed, bij aluminium kozijnen is dit niet altijd het geval. Een aluminium kozijn met een goede thermische onderbreking isoleert net zo goed als een houten of kunststof kozijn. Voor het milieu maakt het materiaal niet zoveel meer uit, maar door te kiezen voor constructieve eigenschappen kies je tegelijkertijd voor een langere levensduur. Kijk bijvoorbeeld eens naar een montagekozijn met keurmerk volgens het bouwbesluit KOMO. Deze geprefabriceerde, op maat gemaakte kozijnen zijn demontabel en hebben een lange levensduur.
Er zijn veel mensen die kiezen voor houten kozijnen. Een houten kozijn zorgt voor een warme, authentieke uitstraling doordat hout een natuurlijk materiaal is. In tegenstelling tot wat veel mensen denken heeft een houten kozijn niet veel extra onderhoud nodig. Ook de isolatie van houten kozijnen doet niet meer onder voor de isolatie van kunststof kozijnen. Dit is met name het geval bij hardhout, zoals merbau of bankirai. Zachte houtsoorten, zoals vuren of grenenhout, zijn goedkoop, maar zachte houtsoorten gaan, ondanks goed onderhoud, slechts 10 tot 15 jaar mee. Voor een houten kozijn met een lange levensduur kun je op een aantal punten letten. Kies een houtsoort met duurzaamheidklasse l of ll. Dit kun je voor het hele kozijn gebruiken of alleen voor de kwetsbare delen (liggende delen en onderkant staande delen). Kies daarnaast bij voorkeur hout met FSC-keurmerk en/of Keurhout-logo 100% HOUT. Hout met dit keurmerk komt gegarandeerd uit duurzaam beheerde bossen. Kies een kozijn waarvan de kwetsbare delen preventief verduurzaamd worden met een boorzuurpil. Het boorzuur verspreidt zich door het hout en voorkomt houtrot. Of voorkom dat vocht in het hout kan dringen door het kopshout en de verbindingen met kit af te dichten (vingerlassen) en door hout zonder kwasten en harsgangen te gebruiken (lamineren). Houtsoorten als Europees grenen of vuren krijgt zo voldoende weerstand tegen weersinvloeden. De meeste geprefabriceerde montagekozijnen voldoen aan een van de bovenstaande punten. Dit geldt in ieder geval voor kozijnen met SGT- en KOMO-garantie. Voor deze kozijnen geldt een garantie van 10 jaar, maar bij goed onderhoud kunnen ze zo’n 75 jaar meegaan.
Een groot voordeel van een houten kozijn is dat het een natuurproduct is. Er gaat niets boven de warme uitstraling van een houten nerf. Voor velen is dit een reden voor hardhouten kozijnen, schuifpuien of deuren. Een houten kozijn is daarnaast overschilderbaar als je een andere kleur wilt. Bovendien is een plaatselijke reparatie bij een houten kozijn eenvoudiger dan bij een kunststof of aluminium kozijn. De isolatie en winddichting is daarbij zeer goed.
Aan houten kozijnen kleven natuurlijk ook nadelen. Zo blijft met enige regelmaat onderhoud nodig en is er de kans dat het hout kromtrekt of gaat rotten. Ook de gedachte dat er bomen voor gekapt dienen te worden, stuit veel mensen tegen de borst.
Hoeveel onderhoud nodig is, hangt af van het gebruikte hout. Een niet verduurzaamd, ter plaatse gemaakt kozijn moet je jaarlijks schoonmaken en beschadigingen aan de verflaag moeten worden bijgewerkt. Na een jaar of vijf moet het hele kozijn worden overgeschilderd. Montagekozijnen met keurmerk hoeven minder vaak geschilderd te worden, afhankelijk van de kwaliteit en de weersinvloeden. Lichte kozijnen worden minder snel door weersomstandigheden aangetast. Bij een donkere kleur kozijnen loopt de temperatuur namelijk hoger op door de zon dan bij een lichtere kleur kozijnen. Wanneer er onverhoopt schade ontstaat aan jouw houten kozijn is het goed zelf bij te werken. Het beschadigde stuk hout kun je verwijderen en vervangen door een nieuw stuk hout. Het nieuwe stuk hout moet dezelfde soort hout zijn als jouw huidige kozijn.
Kunststof kozijnen worden tegenwoordig vaker geplaatst dan houten kozijnen. Veel mensen vinden een kozijn van kunststof praktischer dan een houten kozijn. Kunststof kozijnen zijn beter bestand tegen weersinvloeden, en gaan meer dan 50 jaar mee. Dankzij een beschermende afwerklaag zijn ze onderhoudsarm. Het is mogelijk om pvc kozijnen te laten repareren en herkleuren door de vakman. Het voordeel is dat de levensduur van het kozijn wordt verlengd, omdat het kozijn langer mooi blijft. Bij het repareren worden speciale pvc pasta’s gebruikt. Deze worden ter plekke in de exacte kleur gemengd. De pasta gaat een chemische verbinding aan met het materiaal en wordt één geheel met het behandelde pvc. Bij ernstige beschadiging moet het hele kozijn of delen ervan vervangen worden. Een kunststof kozijn kun je op maat laten maken. Als je kiest voor een geprefabriceerd montagekozijn met KOMO keurmerk, NEN en het SKG-keurmerk, dan weet je zeker dat het kozijn voldoet aan strenge eisen wat betreft constructie en inbraakwering en de manier waarop ze worden geïnstalleerd.
Kunststof kozijnen bieden naast het feit dat ze onderhoudsarm zijn diverse voordelen. Zo isoleert een kunststof kozijn erg goed en bespaart je dus op jouw energiekosten. Daarbij heeft een kozijn van kunststof een lange levensduur, gemiddeld zo’n 40 jaar. Bovendien zijn de kunststof kozijnen in verschillende kleuren verkrijgbaar, ze kunnen praktisch van alle RAL-kleuren voorzien worden. Zelfs een kozijn met een houtnerf is mogelijk. Daarnaast is kunststof sterk materiaal waardoor het bij een inbraakpoging niet zal versplinteren.
Naast de vele voordelen hebben kunststof kozijnen ook enkele nadelen. Zo zijn kunststof kozijnen niet eenvoudig in een andere kleur over te schilderen, zoals bij een houten kozijn wel het geval is. Daarnaast kun je in een kunststof kozijn geen gaten boren, omdat anders de ‘stijfheid’ van het kozijn vernield wordt. Een veelgehoord nadeel is bovendien dat een kunststof kozijn de warme uitstraling van een houten kozijn mist.
Kunststof kozijnen zijn onderhoudsarm. Eens in de zoveel tijd dien je jouw kunststof kozijn met een speciale weekmaker te behandelen. Hierdoor gaat de kunststof langer mee en blijft het flexibel. Ook zijn er speciale schoonmaakmiddelen waarmee de kozijnen kunnen worden schoongemaakt. Het is aan te raden de kozijnen eenmaal per jaar schoon te maken. Gewone schoonmaakmiddelen die geen bleek of schuurmiddelen bevatten, zijn ook prima om kunststof kozijnen mee te reinigen.
Aluminium is een stevig materiaal dat niet vervormt of breekt. Het biedt ook nog eens zeer veel mogelijkheden. Zo kunnen aluminium kozijnen in alle kleuren geleverd worden. Alle producten worden afgewerkt met een extra beschermde coating. Aluminium gaat zeer lang mee, blijft lang mooi, is goed te onderhouden en het is de juiste keuze voor iedereen die van een moderne look voor woning of bedrijf houdt. Ze zijn bovendien goed bestand tegen weersinvloeden. Dankzij een beschermlaag zijn ze onderhoudsarm. Omdat aluminium zelf niet isoleert, moet het kozijn een ’thermische onderbreking’ van kunststof hebben. De isolatiewaarde van het kozijn hangt sterk af van de kwaliteit van de thermische onderbreking. Informeer hiernaar bij de fabrikant.
Aluminium kozijnen hebben een sterk profiel en weren ongewenste gasten, kou en geluiden. Aluminium kozijnen zijn bovendien in veel verschillende kleuren verkrijgbaar. Inmiddels is het zelfs mogelijk een houtlook te kiezen voor jouw aluminium kozijnen. Daarnaast hebben kozijnen van aluminium een lange levensduur. Ze beschikken namelijk over een beschermingslaag waardoor ze ook bij slechte weersomstandigheden in goede staat blijven. Bovendien is een aluminium kozijn inbraakwerend en erg veilig.
Kozijnen van aluminium hebben ook enkele nadelen. Zo hebben aluminium kozijnen zonder ’thermische onderbreking’ een slechte warmte-isolatie. Aluminium kozijnen worden geleverd met extra isolatiestrips. Deze strips worden ook wel ’thermische onderbrekingen’ genoemd. Wanneer jouw huis vóór 1980 voorzien is van aluminium kozijnen, beschikken deze vaak niet over een thermische onderbreking. Daarnaast zijn de kosten van aluminium kozijnen hoger dan van de andere soorten kozijnen (houten, kunststof).
Aluminium kozijnen kun je het beste tegelijk met de ramen schoonmaken. Je gebruikt hiervoor een zachte spons, water en zeep die niet schuurt. Maak de aluminium profielen ongeveer vier tot zes keer per jaar schoon. Hierdoor verhoog je de levensduur van jouw kozijn aanzienlijk.
Het schilderen van kozijnen valt onder het normale onderhoudswerk en kan vergunningvrij worden uitgevoerd. Als bij jouw werkzaamheden echter het uiterlijk verandert, kan een omgevingsvergunning nodig zijn. Het uiterlijk verandert bijvoorbeeld als er voor een andere raamindeling, andere afmetingen van profielen of een andere maat wordt gekozen. Belangrijk is waar je jouw kozijn wilt veranderen of waar je een kozijn wilt plaatsen. In de regel geldt dat alles wat grenst aan openbaar toegankelijk gebied (de weg, openbaar groen of water), zoals de voorkant en bij hoekwoningen de zijkant van de woning, een grotere invloed heeft op de directe omgeving dan bouwwerken die aan de achterkant worden gebouwd. Daarom mogen kozijn- en gevelwijzigingen aan de voor- en zijkant meestal niet zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd. Neem voor meer informatie contact op met jouwgemeente of kijk op www.omgevingsloket.nl.
Via kozijnen gaat warmte verloren, en dit is nadelig voor het milieu. Hoeveel energie verloren gaat, hangt af van de isolatiewaarde. Deze wordt uitgedrukt in de U-waarde (warmtedoorgangscoëfficiënt in Watt/m2 K). Hoe hoger de U-waarde, hoe meer warmte het kozijn doorlaat, dus hoe slechter de isolerende werking. Volgens het Bouwbesluit mag de U-waarde van kozijnen in de buitengevel maximaal 4,2 W/m2 K zijn. De U-waarde van houten en kunststof kozijnen (montage of niet) is circa 2,4 W/m2 K, en voldoet dus ruim aan de regels. In aluminium kozijnen kan met een zogenaamde thermische onderbreking van kunststof dezelfde waarde of beter worden bereikt. De U-waarde van aluminium kozijnen is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de thermische onderbreking. Zeker in verwarmde vertrekken is het belangrijk om te kiezen voor een aluminium kozijn met een lage U-waarde. Vraag naar de U-waarde bij jouw leverancier.
De aanschaf van nieuwe kozijnen is een goede gelegenheid om isolerend glas te laten plaatsen. Er zijn verschillende mogelijkheden: Gewoon dubbel glas, voorzetramen, HR+ glas, HR ++, HR+++ of soms HR++++ glas. Dubbel glas bestaat uit twee (soms drie) glasplaten met daartussen een ruimte, de spouw. In deze spouw zit droge lucht of een soort gas (Argon, Krypton). Een spouwbreedte van +/- 15 mm geeft de beste isolerende werking. De spouw van ‘gewoon’ dubbelglas is gevuld met droge lucht. HR+ glas en HR++ glas zijn praktisch gevuld met edelgassen, meestal Argon of Krypton. Edelgassen isoleren beter dan gewone lucht. HR glassoorten bevatten coatings (laagjes) op de binnenzijde van de glasplaten, waardoor de isolatie nog beter wordt. De coatings weerkaatsen de warmte, maar laten het zonlicht grotendeels door.
Het Bouwbesluit stelt eisen aan energiezuinigheid van nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen. De maat voor energiezuinigheid heet Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). De bepaling van de EPC ligt vast in de norm NEN 7120 Energieprestatie van gebouwen (EPG). Deze norm geldt voor nieuwbouw van woningen en utiliteitsbouw.
Hieronder vindt u de geldende EPC-eisen zoals die in het Bouwbesluit staan. Deze eisen zijn met de aanscherping van 1 januari 2015 van kracht geworden. Er wordt geen aanscherping van de EPC-eisen meer verwacht. Deze eisen worden namelijk per 1 januari 2020 vervangen door de invoering van de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG).
EPC-eis | Vanaf 2015 |
Bijeenkomstfunctie | 1,1 |
Celfunctie | 1,0 |
Gezondheidszorgfunctie met bedgebied | 1,8 |
Gezondheidszorgfunctie anders dan met bedgebied | 0,8 |
Kantoorfunctie | 0,8 |
Logiesfunctie in logiesgebouw | 1,0 |
Onderwijsfunctie | 0,7 |
Sportfunctie | 0,9 |
Winkelfunctie | 1,7 |
Woningen en Woongebouwen | 0,4 |
In het verleden was een gewaarmerkte EPC-berekening voor nieuwe gebouwen voldoende om aan te tonen dat een gebouw voldoet aan de EPC-eisen. Tegenwoordig moet er bij oplevering van het gebouw een geldig energielabel overhandigd worden aan de koper of huurder. Voor woningbouw is er een energielabel voor woningen nodig en voor utiliteitsbouw een energielabel voor utiliteitsgebouwen.
De aanscherping van de EPC zoals die de afgelopen jaren plaatsvond, leidde tot energiezuiniger gebouwen door het toepassen van betere energetische maatregelen en technieken. Mobius Consult deed onderzoek naar de energetische staat van de nieuwbouw, zowel voor woningen als utiliteitsgebouwen. In het rapport van Mobius Consult worden de trends gesignaleerd die daarin een rol spelen. In het rapport Aanscherpingsstudie EPC woningbouw en utiliteitsbouw 2015 is de kosteneffectiviteit van de aanscherping onderzocht. ( Trends in energetische maatregelen Compleet )
Het Bouwbesluit wijst de NEN 7120 aan als bepalingsmethode voor de EPC.
Het is ook mogelijk om gebiedsmaatregelen te waarderen in de EPC. Dit kan via de Energieprestatienorm voor maatregelen op gebiedsniveau (EMG), NVN 7125.
RVO.nl heeft referenties voor nieuwe woningen samengesteld. Deze referentiewoningen kunt u gebruiken om de haalbaarheid en consequenties van ontwerpbeslissingen inzichtelijk te maken.
Met het programma EPCheck gaat u op eenvoudige wijze na of een EPC-berekening geen grote fouten bevat.
Geregeld komen innovatieve technieken en methoden op de markt. Het Bouwbesluit biedt de mogelijkheid om innovatieve technieken toe te passen via kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen.
Naast energieprestatie-eisen voor nieuwbouw gelden er ook eisen bij renovaties. Onderstaande uiteenzetting is een samenvatting van de wettelijke eisen voor renovaties in het Bouwbesluit.
Beste mensen, wij zijn open.
Onze fabriek is te bezoeken alleen op afspraak van 7:30 uur tot 15:30 uur .
Ook de showroom kan alleen op afspraak tel: 072 572 1415.
Met vriendelijke groet.
AHK Kozijn team