Een kwart van de zonnepanelen in Zuid-Holland en Utrecht wordt niet geregistreerd bij de netbeheerder. Dat blijkt uit een steekproef van Stedin. De netbeheerder roept consumenten op om de panelen alsnog te registreren.
Volgens Stedin is het belangrijk dat de netbeheerder precies weet hoeveel zonnepanelen er zijn. “Anders hebben we niet genoeg capaciteit op het elektriciteitsnet om de opgewekte zonne-energie weg te transporteren en kan het gebeuren dat de consument niet over de opgewekte stroom kan beschikken”, zegt een woordvoerder van Stedin.
Bovendien kunnen mensen een deel van de investering terugverdienen door de opgewekte zonne-energie terug te leveren aan het energienet. De consument krijgt hiervoor een bedrag per kilowattuur. Als de zonnepanelen niet geregistreerd zijn, kan dit tot problemen leiden met het terugleveren.
Enorme groei zonnepanelen
Het is niet precies duidelijk waarom een kwart van de consumenten de zonnepanelen niet heeft geregistreerd. Stedin denkt dat mensen niet altijd weten dat dat moet en wil de consument beter gaan informeren.
De ontbrekende registraties leveren op dit moment nog geen grote problemen op, maar Stedin verwacht dat dit wel kan gebeuren. “Het aantal zonnepanelen groeit enorm, zeker door het aantrekken van de economie. Daarmee neemt het aantal panelen dat niet wordt geregistreerd ook toe”, zegt een woordvoerder.
Bron: NOS
De prijzen van bestaande koopwoningen zijn duurder dan ooit. Er wordt als een razende gebouwd, maar voordat de sleutels worden overhandigd, zitten wanhopige woningzoekers al jaren vast in hun te kleine, te dure of ongeschikte huis. Dan maar zelf aan de slag op je eigen zelfbouwkavel.
Is het nou echt zo simpel als het klinkt? Ja en nee, zegt Jurgen Jansen van Vereniging Eigen Huis. “We zien een forse stijging van het aantal verkochte kavels, en dat heeft natuurlijk te maken met het einde van de crisis. Toen raakten gemeenten ze niet kwijt.”
Zelfbouw begint met een zelfbouwkavel, een stuk grond waarop je een woning mag bouwen. De gemeente stelt stukken grond beschikbaar als zelfbouwkavel, maar gemeenten bepalen zelf hoeveel, hoe groot en wanneer. Zo is Almere dol op zelfbouwers, vertelt Jansen, maar in bijvoorbeeld Zeist loopt een kaveltje in de miljoenen.
Niet alle gemeenten zitten te wachten op doe-het-zelvers, vertelt Jansen. “Voor veel gemeenten is het nog steeds moeilijk, spannend en eng om met particulieren in overleg te gaan, in plaats van met geroutineerde projectontwikkelaars.”
In Den Haag wordt zelfbouw vanaf 2012 toegejuicht. Sinds 2012 biedt de gemeente zelfbouwkavels aan. De wijze van toewijzing is sinds kort veranderd, vertelt Theresa Scheeben, woordvoerder van de gemeente. “Bij de start in 2012 was het wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Tegenwoordig moeten geïnteresseerden zich eerst digitaal inschrijven en vindt er een loting plaats bij een notaris.”
Ook heeft de gemeente het aanbod uitgebreid: naast individuele kavels biedt de gemeente kavels om als groep op te bouwen en kavels voor mensen met een bescheiden inkomen: de ‘ik-bouw-betaalbaar-kavels’. Op korte termijn komen meer zelfbouwkavels beschikbaar, vertelt Scheeben.
Met een kavel in handen, toestemming van de gemeente en nog wat geld op zak kan het allemaal snel geregeld zijn. Een ’tiny’, zelfvoorzienend huisje. Een prefabvilla. Een bungalow met een grote tuin. Een houten huis met veranda. Of met een architect je eigen ontwerp maken.
Jurrien (43) deed het; samen met zijn partner trok hij half augustus in een nieuwe zogenoemde cataloguswoning in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. “Dat klinkt alsof je er eentje uitkiest uit een foldertje, maar het zijn huizen die je vervolgens helemaal naar smaak aanpast, in overleg met de aannemer. De indeling, positie van het huis, hoe groot je tuin wordt, de uitbouw en de garage.”
Er zitten grenzen aan de vrijheid van kavelbezitters. Gemeenten hebben een bestemmingsplan en daar moet het ontwerp van je nieuwe huis wel in passen. Hoe streng ze zijn, verschilt per gemeente.
De gemeente Utrecht had gelukkig niet veel eisen, vertelt Jurrien. “We mochten kiezen: of een landelijke stijl, of een jaren dertig stijl. Dat ligt zo ver uit elkaar als het maar kan.”
Antraciete dakpannen waren een must, net als roodbruine stenen. Verder kon het de gemeente weinig schelen. “Een van onze buren wilde er een echte Dallas-mansion neerzetten, maar dat ging ze toch net te ver.”
De cataloguswoning wordt over het algemeen het meest gebouwd, vertelt Jansen van VEH. “Dat voelt het veiligst en daarmee heb je het minste financiële risico.” Bovendien moet je je huis nog kunnen verkopen, zegt Jurrien.
Echt gek wordt het niet snel in Nederland. Eduard Warmerdam is de eigenaar van Warmhus en verkoopt authentieke houten Zweedse huizen die hij als bouwpakket importeert uit Zweden, zo’n drie tot vijf per jaar.
Vooral senioren die kleiner, maar wel vrijstaand willen wonen hebben interesse, vertelt Warmerdam. “80 procent zal dit helemaal niks vinden. In Nederland zijn we buitengewoon traditioneel en bouwen we al decennialang op dezelfde manier. Ik denk dat veel mensen niet eens weten dat het ook anders kan.”
Wil je je huis echt snel hebben staan, dan zijn er kant-en-klare bouwpakketten te koop die je snel in elkaar kunt laten zetten of zelfs helemaal zelf in elkaar stapelt.
Bij het bedrijf FinHome leveren ze zulke bouwpakketten voor woningen. Als je goed met Lego kan bouwen, kun je dit ook, zegt Henk Huizingh van FinHome. “We hebben woningnood, banken doen moeilijk. Dan is dit een goeie oplossing. Voor zo’n 90.000 euro heb je een forse woning van zo’n 120 vierkante meter en daar kun je zonnepanelen en een warmtepomp bij kopen, en dan leef je ook nog eens zelfvoorzienend.”
Met je vrienden een dorpje starten
Finhome verkoopt vooral aan meerdere bevriende stellen, vertelt Huizingh. “De een is goed met daken, de ander met schroeven. Zo kunnen ze elkaar helpen. Vaak moet er een kraantje gehuurd worden, die kosten kun je dan delen.” De bouwpakketten zijn eenvoudig, maar, adviseert Henk, ga er eerst een dag of twee op studeren. “Het kan niet missen. Alles is genummerd, het is gewoon stapelen.”
Je spaart er natuurlijk arbeidskosten mee uit, maar om een lening bij de bank te krijgen, helpt een huizenbouwpakket niet. “Een bank zal niet snel geneigd zijn zo’n hele onderneming te financieren. Ze kunnen er niet blind op vertrouwen dat een particulier dat kan.”
Ook de Zweedse huizen van Warmhus staan er snel. Warmerdam: “De buitenmuren, binnenwanden en het isolatiemateriaal halen we uit Zweden en dat past allemaal in vier, vijf vrachtwagens. Binnen acht weken na aanvraag is het pakket binnen, en binnen een week staat het er wind- en waterdicht.”
Jurriens nieuwe zelfbouwhuis is ook grotendeels voorgefabriceerd en kon snel geplaatst worden. “In februari werden de palen er door de gemeente in geslagen en half augustus gaan we verhuizen.”
Bron: Nu.nl
Let op!
Bij zelfbouw loop je altijd risico’s met garantie, plus verzekeringsmaatschappijen meer willen weten over het hoe en wat er gedaan is met de bouwnormen en certificaten.
Hoogrendementsglas (HR glas) wint steeds meer aan populariteit onder huizenbezitters. Dit is logisch omdat de isolatiewaarde van het glas hoog is waardoor de investering snel is terugverdient. HR+++ glas(triple glas) heeft één van de hoogste isolatiewaarde van alle soorten dubbel glas. Wat kost HR+++ glas gemiddeld per m²? Het Hoogste isolatiewaarde van glas soorten heeft Quadro glas met een 0.3 W/m²K is deze het beste op besparing en isolatie glas. Zal echter wel moeten passen in het kozijn van keuze heeft een minimale sponning nodig van 48 mm en dat heeft niet ieder raam.
Dit is een vraag die ons vaak wordt gesteld. De richtprijzen was voorheen € 35,- p/m² extra als wat standaard is HR++ bij ons.
Zoals u in bovenstaande schema ziet kan deze besparing voor een gemiddeld rijtjeshuis al snel oplopen tot € 280 per jaar. Maar er is nog een manier om te besparen. Door het standaard direct te bestellen bij onze kozijnen, dan kan het vele euro’s schelen.
HR+++ glas is geen dubbel glas, maar driedubbel glas. Waar dubbel glas bestaat uit 2 glasplaten met een laag stilstaande lucht of edelgas ertussen, is er bij driedubbel glas nog een extra glasplaat aan toegevoegd. Het gevolg is een nog beter isolerende ruit, waarmee de warmte nagenoeg perfect in huis wordt gehouden. HR+++ glas staat dan ook garant voor de beste isolatie in uw woning. Een leuk weetje is dat HR+++ glas ongeveer 10 kilogram per m² zwaarder is ten opzichte van standaard dubbel glas en Quadro glas is zelfs 18 kilo per m² zwaarder ten opzichte van standaard dubbel glas. Dit komt door de extra glasplaat. Dit betekent dat de sponning wel geschikt moet zijn om dit extra gewicht te dragen. Bij nieuwbouwwoningen is dat vaak wel het geval, maar voor bestaande woningen is dit niet vanzelfsprekend.
Bij veel gebouwen en woningen van voor 1995 is nog eerste generatie dubbel glas of zelfs enkel glas aanwezig. Zelfs het beste ‘standaard’ dubbel glas isoleert – naar huidige maatstaven – matig. Enkel glas isoleert zelfs helemaal niet. U stookt als het ware voor de buitenlucht wanneer u enkel glas heeft waardoor er van comfort geen sprake is. Bij HR+++ glas heeft u hier geen last van. In bovenstaande tabel vergelijkt u de isolatiewaarde van Quadro glas of Triple glas met die van andere dubbel glas soorten. Die U-waarde staat voor de isolatiewaarde van het glas. Let op: hoe hoger deze U-waarde, hoe meer energie en warmte het glas doorlaat, en hoe slechter de isolatie.
Is een overstap naar triple of quadro HR glas een te grote investering voor uw budget? Kies dan voor HR++ glas, het meest gekozen glas onder woningeigenaren in Nederland. Dit dubbel glas is veel voordeliger en isoleert vergeleken met HR+++ glas ook zeer goed. Omdat het prijsverschil dermate groot is en het isolatieverschil dermate klein raden wij u aan om voor HR++ glas te kiezen. Wilt u echter perfecte isolatie? Dan isoleert HR+++ glas net nog een tikkeltje beter. Het is natuurlijk ook mogelijk om te combineren. Plaats bijvoorbeeld op zonnige plaatsen in huis minder dik glas, zodat de zonnestralen uw huis goed op kunnen warmen. Heeft u ramen op het noorden waar de zon nauwelijks naar binnen schijnt? Kies dan voor de beste isolatie met HR+++ glas.
Wilt u snel berekenen wat u verdiend aan HR glas doe dan de test van Milieu centrale Nederland
De subsidie zal afgestemd worden op een gemiddelde terugverdientijd van zeven jaar. Voor deze regeling komt niet alleen hernieuwbare energie middels zonne-energie in aanmerking, maar ook andere vormen, zoals windenergie. Dat schrijft minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de Tweede Kamer.
De salderingsregeling is een regeling voor burgers en bedrijven met een kleinverbruikersaansluiting. De elektriciteit die zij zelf opwekken en terugleveren aan het net, mag in mindering worden gebracht op de afgenomen elektriciteit. Over het in mindering gebrachte deel hoeven geen leveringskosten, energiebelasting, opslag duurzame energie (ODE) en btw te worden betaald. Hetzelfde geldt voor de zelf opgewekte elektriciteit die direct verbruikt wordt in plaats van teruggeleverd. Naast de salderingsregeling is er ook nog een Postcoderoosregeling, bedoeld voor collectieve opwekking van energie, en de SDE+, bedoeld voor bedrijven met een grootverbruikersaansluiting.
Minister Wiebes schrijft in zijn brief dat zowel de salderingsregeling, als de postcoderoosregeling kostbaar zijn. Daarnaast leveren deze regelingen minder klimaatbesparing op dan de SDE+, en leiden de regelingen op termijn tot overstimulering. Om die redenen is besloten om per 2020 de salderingsregeling af te schaffen en over te gaan naar een terugleversubsidie. Verder onderzoekt de minister of de Postcoderoosregeling kan overgaan in een terugleversubsidie. De vorige minister van Economische Zaken, Henk Kamp, zei nog dat de salderingsregeling tot 2023 zou blijven bestaan.
Het uitgangspunt voor de nieuwe subsidie is een terugverdientijd van zeven jaar. Uit onderzoek zou namelijk zijn gebleken dat particulieren bij een terugverdientijd van die periode bereid zijn te investeren. De regeling geldt niet alleen voor zonne-energie; ook andere bronnen van hernieuwbare energie waarbij elektriciteit wordt opgewekt en teruggeleverd, zoals windenergie, komen in aanmerking voor de subsidie.
De hoogte van de subsidie is nog niet bekend. Deze zal worden vastgesteld door de overheid na overleg met de markt. Over de zelf opgewekte elektriciteit die burgers en bedrijven zelf direct verbruiken of opslaan achter de aansluiting, betalen kleinverbruikers ook na 2020 geen energiebelasting en ODE. De subsidie is ook geldig voor kleingebruikers die al gebruik maken van de salderingsregeling. Voor hen komt er een overgangsregeling.
Om de terugleversubsidie zo eenvoudig mogelijk te maken, zal de uitbetaling ervan geregeld worden door de energieleverancier middels de energienota. Het aanvragen van de subsidie zal mogelijk zijn via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (www.rvo.nl).
Wiebes stelt verder dat het voor de nieuwe regeling noodzakelijk is dat alle kleingebruikers die hernieuwbare elektriciteit opwekken een meter krijgen die afname en teruglevering van elektriciteit apart kan meten. Dit betekent dat analoge meters niet meer zullen volstaan. De minister geeft aan dat, als vervanger voor de analoge meter, de slimme meter meer voordelen heeft dan een gewone digitale meter. Maar gezien de bezwaren die sommigen hebben tegen het op afstand kunnen uitlezen van de meterstanden, kan wellicht ook alleen een digitale meter voldoende zijn. Hoe dit precies vorm gaat krijgen, moet nog verder worden uitgewerkt.
In de brief wordt ook een subsidieplafond genoemd, dat elk jaar opnieuw wordt vastgesteld. UNETO-VNI waarschuwt voor het effect van een dergelijk plafond. Bestuursvoorzitter Doekle Terpstra vindt het essentieel dat minister Wiebes een ruim budget beschikbaar stelt voor de terugleversubsidie, zodat er geen enkele onzekerheid ontstaat bij consumenten over de beschikbaarheid ervan. ‘In het verleden hebben we gezien dat een subsidiepot die halverwege het jaar leeg is, consumenten onzeker maakt. Het risico bestaat dat mensen hun investering dan uitstellen en wachten op het moment dat er wél subsidie beschikbaar is. Als dat gebeurt, halen we de doelstellingen van het Klimaatakkoord niet.’
UNETO-VNI vindt dat ook scholen en kantoren voor de nieuwe regeling in aanmerking moeten komen. Minister Wiebes heeft aangekondigd dat hij die mogelijkheid gaat onderzoeken. Terpstra: ‘Veel scholen en kantoren hebben platte daken, waar je op grote schaal zonnepanelen kunt plaatsen. Deze regeling kan een stimulans zijn om die daken te gebruiken voor duurzame energie.’
De provincie Noord-Holland en brancheorganisatie Bouwend Nederland hebben afgesproken om samen te werken aan de doelstelling om in 2050 geheel circulair te bouwen. Op die manier dragen zij bij aan de landelijke en provinciale ambitie om als Nederlandse economie in 2050 een volledige kringloop economie te hebben. Dit betekent dat zij bij de bouw van nieuwe woningen, zoveel mogelijk materialen hergebruiken die eerder al ergens anders voor gebruikt zijn, zoals bouwafval van gesloopte gebouwen.
Jack van der Hoek, gedeputeerde duurzaamheid van de provincie Noord-Holland: “Als we een duurzame toekomst willen, is de omslag naar een circulaire economie essentieel. Dat moet in het hele proces worden meegenomen, van ontwerp tot eindproduct. We kunnen dit als overheid niet alleen realiseren, we hebben elkaar nodig, bijvoorbeeld om van het afval of restproduct van de een de grondstof voor de ander te maken.”
Niels Doodeman, voorzitter Bouwend Nederland regio Randstad Noord: “In de bouw wordt zo’n 95% van het afval gerecycled. Echter, daarbij gaat de kwaliteit van de grondstof veelal achteruit door vermenging met materiaal van een lagere kwaliteit: puin dat wordt verwerkt in asfalt bijvoorbeeld. In een circulaire economie kunnen we meer materiaal hoogwaardig hergebruiken, bijvoorbeeld zodat kozijnen ook weer dienst gaan doen als kozijnen. Als sector merken we dat de politiek dit vaak wel wil, maar dat we in de praktijk op drempels stuiten.”
Bouwend Nederland en de provincie hebben afspraken gemaakt over circulair bouwen in hun Samenwerkingsagenda. Zij starten met vier testprojecten in de bebouwde kom om te kijken wat het beste werkt bij deze nieuwe manier van ontwikkelen en bouwen. In de pilots is onder meer aandacht voor circulaire ontwerpprincipes, creatie van circulaire grondstoffen, levensduurverlenging – niet weggooien maar repareren, waardeterugwinning – van afval naar waarde en reststromen naar kasstromen (hergebruik van componenten).
Een ander belangrijk onderwerp van de agenda is klimaatadaptatie. De afspraak is om vroegtijdig bij het ontwikkelen van plannen de effecten van klimaatverandering in beeld te brengen en de uitkomsten daarvan mee te nemen in de plannen. “We moeten op alle vlakken rekening houden met de impact die klimaatverandering op onze leefomgeving heeft, zoals hittestress (overmatige warmte) in binnensteden en water dat na hoosbuien niet weg kan stromen in dichtgebouwde gebieden. Door anders te ontwikkelen en te bouwen. Ook daar dragen wij als overheden en bouwers graag samen aan bij”, aldus Joke Geldhof, gedeputeerde Ruimtelijke Ordening van de provincie Noord-Holland.
Meer weten zie ook:
Als er niks verandert gaat het Nederland niet lukken om de klimaatdoelstellingen voor 2050 te halen. De particuliere woningeigenaar investeert niet snel in verduurzaming, mede doordat er maar weinig producten op de markt zijn met gegarandeerde prestaties tegen een gunstige prijs.
Om de klimaatdoelstellingen toch te halen moet daarom niet de woningbezitter gestimuleerd worden, maar juist de markt. Zij moeten nieuwe producten ontwikkelen die beter en goedkoper zijn, zodat particulieren sneller overgaan tot energiebesparende maatregelen. Een subsidie voor producenten zou dit proces moeten stimuleren.
Dit pleit Stroomversnelling, een samenwerkingsverband van de grote bouwondernemingen (VolkerWessels, BAM, Ballast Nedam, Dura Vermeer) en een aantal woningcorporaties. Het voorstel is uitgewerkt in een handreiking, dat is voorgelegd is aan de opstellers van het Klimaatakkoord. Met dit voorstel denkt Stroomversnelling NOM-renovaties te kunnen industrialiseren en daarmee de gemiddelde kosten per renovatie te kunnen drukken.
Het voorstel betekent geen losse consumentensubsidies meer voor zonnepanelen of een warmtepomp, maar een enkele producentensubsidie voor een gehele NOM-renovatie à 25.000 euro per woning. En dat voor 15.000 woningen. “We willen dat er vijf tenders worden uitgeschreven, voor minimaal 3000 woningen per tender. Dus dat komt neer op minimaal 15.000 woningen”, zegt Leen van Dijke, die als voorzitter van de Stroomversnelling deelneemt aan de onderhandelingen voor een nieuw Klimaatakkoord. “Dat komt dus neer op 375 miljoen euro subsidie.”
Het kabinet heeft als doelstelling dat in 2050 alle woningen in Nederland aardgasvrij zijn. En om dat te bereiken is een enorme versnelling van duurzame renovaties nodig. “Dat kan je niet per project oppakken”, zegt Van Dijke, “daarvoor heb je industriële, gerobotiseerde productiestraten nodig.” En die maken dan de prefab dakconstructies, gevels en energiemodules, voor honderdduizenden woningen. De overheid zou dit moeten stimuleren, net zoals bij wind op zee, waarbij de gehanteerde tenderregeling ook heeft gezorgd voor grote kostendalingen.
Het is voor de kleinere, lokale aannemers of installateurs niet realistisch om zulke renovaties “woonlastenneutraal, passiefbouwen” aan te willen bieden, zegt Van Dijke. “Zo’n NOM-concept ontwikkel je niet op een achternamiddag. Hier is de industrie al jaren mee bezig.” In plaats daarvan krijgt deze partijen een rol als ‘assembleur’ van de prefab onderdelen. Wie zich inschrijft voor een tender kan “punten verdienen”, aldus Van Dijke, als in de offerte duidelijk wordt gemaakt dat lokale bedrijven een rol in het bouwproces worden gegund.
Het segment woningen dat zich het beste leent voor een industriële benadering, zijn laagbouwwoningen gebouwd tussen 1950 en 1995. Niet alleen omdat die woningen een beperkt aantal typologieën hebben, maar ook omdat hier 40 procent van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving zit en ze vaak hard aan renovatie toe zijn.
Stroomversnelling wil dat de subsidies worden verstrekt aan de producenten en niet aan consumenten. “Anders blijf je afhankelijk van of een consument eens een keer een warmtepomp of een pv-systeem wil aanschaffen. Door de subsidies aan de producent aan te bieden, kunnen zij uiteindelijk goedkoper produceren.”
De onderhandelingen rond het Klimaatakkoord vinden plaats aan vijf sectortafels (gebouwde omgeving, mobiliteit, industrie, elektriciteit en landbouw). Stroomversnelling schuift aan bij de sectortafel ‘gebouwde omgeving’, die onder leiding staat van Diederik Samsom. Eerder legde een branchebrede klimaatcoalitie (met o.a. de Uneto-VNI) een manifest voor aan Samsom met daarin het voorstel om de mono-cv-ketel per 2021 te verbieden.
Het doel van de onderhandelingen is om in de zomer van dit jaar tot afspraken op hoofdlijnen te komen over de wijze waarop Nederland de CO2-uitstoot met 49% terugdringt in 2030. Deze afspraken zullen vervolgens in de 2e helft van het jaar worden uitgewerkt in concrete programma’s. De uitvoering van het Klimaatakkoord begint in 2019.
Beste mensen, wij zijn open.
Onze fabriek is te bezoeken alleen op afspraak van 7:30 uur tot 15:30 uur .
Ook de showroom kan alleen op afspraak tel: 072 572 1415.
Met vriendelijke groet.
AHK Kozijn team