- NEN 7120
- NEN 8088-1+C1:2012 / C3 2014 Ventilatie en luchtdoorlatendheid van gebouwen
- SBCURnet.nl: Referentiedetails Woningbouw
De interesse in duurzame investeringen ligt hoog, stellen de onderzoekers. “Van de ondernemers heeft 90 procent een eerste stap gezet naar verduurzaming. Daarbij gaat het vooral om het terugdringen van energiekosten”, schrijven zij in hun rapport.
Maar de interesse voor duurzame investeringen verschilt wel sterk per sector. Vooral in de horeca en de zakelijke dienstverlening zijn ze daar niet zo mee bezig. Ze investeren hierin ook beperkt, waarbij ze gebrek aan geld als belangrijkste alibi noemen.
Vanaf 1 januari zijn ondernemers verplicht alle energiebesparende maatregelen te registreren in een landelijk systeem. En dat gaat zo’n beetje over alles: gebouwen, productie, transport.
Die registratie is er niet voor niets. Als een investering in verduurzaming binnen vijf jaar kan worden terugverdiend, zijn ondernemers wettelijk verplicht ook uit te voeren. Gemeenten en hun zogeheten omgevingsdiensten gaan hierop controleren.
Vanaf 1 januari zijn alle ondernemers verplicht energiebesparende maatregelen te registreren in een landelijk systeem. Hoe werkt dat, waar kun je op besparen en welke subsidies zijn er om te verduurzamen in je bedrijf?
De Vereniging Eigen Huis (VEH) klaagt opnieuw over de grote verschillen bij de kosten die gemeenten rekenen voor een bouwvergunning. Volgens de VEH is een bouwvergunning in de ene gemeente soms wel 24 keer duurder dan in een andere gemeente.
,,Onacceptabele prijsverschillen voor dezelfde vergunningen”, stelt de belangenorganisatie.
De gemeente Voorschoten in Zuid-Holland spant volgens de VEH de kroon. Daar betaalt een koper van een gemiddelde nieuwbouwwoning bijna 9000 euro voor het papierwerk van de bouwvergunning. In Hoogeveen in Drenthe kost dezelfde vergunning niet meer dan 1850 euro.
De VEH wil dat het Rijk gemeenten dwingt om een uniforme rekenmethode te gebruiken. Alleen dan wordt de kostenopbouw van een bouwvergunning voor consumenten inzichtelijk en vergelijkbaar. ,,Gemeenten hebben geen heldere onderbouwing van de kosten die zij aan hun bewoners berekenen, terwijl ze hier sinds 2017 wel toe verplicht zijn. Daardoor is de controleerbaarheid van de leges voor zowel de Raad als voor de aanvrager ver te zoeken. Dat kan zo niet langer”, aldus Rob Mulder van de VEH.
Bron: ANP
De juiste kennis van materialen is erg belangrijk bij het repareren of vervangen van ramen en kozijnen.
In het verleden werden bijna alle kozijnen van hout gemaakt. Tegenwoordig zijn kozijnen ook in andere materialen beschikbaar, zoals kunststof en aluminium. Alle materialen hebben voor en nadelen. Ongeacht het materiaal is het bij de aanschaf van kozijnen belangrijk te kijken of deze voorzien zijn van een keurmerk, bijvoorbeeld een KOMO-keurmerk. Hiermee ben je ervan verzekerd dat de kozijnen voldoen aan het Bouwbesluit en specifieke kwaliteits-, prestatie- en veiligheidseisen die de marktpartijen stellen.
Afhankelijk van de staat van het oude kozijn heb je de volgende mogelijkheden: het kozijn repareren of deels vervangen, een nieuw kozijn op maat maken of een geprefabriceerd montagekozijn in standaardmaat. Let bij het vervangen van kozijnen op verschillende aspecten, zoals de isolatiewaarde, de duurzaamheid en het milieu. Een goed isolerend kozijn kan flink wat energie besparen, houd daarom de isolatiewaarde in de gaten. Houten en kunststof kozijnen isoleren goed, bij aluminium kozijnen is dit niet altijd het geval. Een aluminium kozijn met een goede thermische onderbreking isoleert net zo goed als een houten of kunststof kozijn. Voor het milieu maakt het materiaal niet zoveel meer uit, maar door te kiezen voor constructieve eigenschappen kies je tegelijkertijd voor een langere levensduur. Kijk bijvoorbeeld eens naar een montagekozijn met keurmerk volgens het bouwbesluit KOMO. Deze geprefabriceerde, op maat gemaakte kozijnen zijn demontabel en hebben een lange levensduur.
Er zijn veel mensen die kiezen voor houten kozijnen. Een houten kozijn zorgt voor een warme, authentieke uitstraling doordat hout een natuurlijk materiaal is. In tegenstelling tot wat veel mensen denken heeft een houten kozijn niet veel extra onderhoud nodig. Ook de isolatie van houten kozijnen doet niet meer onder voor de isolatie van kunststof kozijnen. Dit is met name het geval bij hardhout, zoals merbau of bankirai. Zachte houtsoorten, zoals vuren of grenenhout, zijn goedkoop, maar zachte houtsoorten gaan, ondanks goed onderhoud, slechts 10 tot 15 jaar mee. Voor een houten kozijn met een lange levensduur kun je op een aantal punten letten. Kies een houtsoort met duurzaamheidklasse l of ll. Dit kun je voor het hele kozijn gebruiken of alleen voor de kwetsbare delen (liggende delen en onderkant staande delen). Kies daarnaast bij voorkeur hout met FSC-keurmerk en/of Keurhout-logo 100% HOUT. Hout met dit keurmerk komt gegarandeerd uit duurzaam beheerde bossen. Kies een kozijn waarvan de kwetsbare delen preventief verduurzaamd worden met een boorzuurpil. Het boorzuur verspreidt zich door het hout en voorkomt houtrot. Of voorkom dat vocht in het hout kan dringen door het kopshout en de verbindingen met kit af te dichten (vingerlassen) en door hout zonder kwasten en harsgangen te gebruiken (lamineren). Houtsoorten als Europees grenen of vuren krijgt zo voldoende weerstand tegen weersinvloeden. De meeste geprefabriceerde montagekozijnen voldoen aan een van de bovenstaande punten. Dit geldt in ieder geval voor kozijnen met SGT- en KOMO-garantie. Voor deze kozijnen geldt een garantie van 10 jaar, maar bij goed onderhoud kunnen ze zo’n 75 jaar meegaan.
Een groot voordeel van een houten kozijn is dat het een natuurproduct is. Er gaat niets boven de warme uitstraling van een houten nerf. Voor velen is dit een reden voor hardhouten kozijnen, schuifpuien of deuren. Een houten kozijn is daarnaast overschilderbaar als je een andere kleur wilt. Bovendien is een plaatselijke reparatie bij een houten kozijn eenvoudiger dan bij een kunststof of aluminium kozijn. De isolatie en winddichting is daarbij zeer goed.
Aan houten kozijnen kleven natuurlijk ook nadelen. Zo blijft met enige regelmaat onderhoud nodig en is er de kans dat het hout kromtrekt of gaat rotten. Ook de gedachte dat er bomen voor gekapt dienen te worden, stuit veel mensen tegen de borst.
Hoeveel onderhoud nodig is, hangt af van het gebruikte hout. Een niet verduurzaamd, ter plaatse gemaakt kozijn moet je jaarlijks schoonmaken en beschadigingen aan de verflaag moeten worden bijgewerkt. Na een jaar of vijf moet het hele kozijn worden overgeschilderd. Montagekozijnen met keurmerk hoeven minder vaak geschilderd te worden, afhankelijk van de kwaliteit en de weersinvloeden. Lichte kozijnen worden minder snel door weersomstandigheden aangetast. Bij een donkere kleur kozijnen loopt de temperatuur namelijk hoger op door de zon dan bij een lichtere kleur kozijnen. Wanneer er onverhoopt schade ontstaat aan jouw houten kozijn is het goed zelf bij te werken. Het beschadigde stuk hout kun je verwijderen en vervangen door een nieuw stuk hout. Het nieuwe stuk hout moet dezelfde soort hout zijn als jouw huidige kozijn.
Kunststof kozijnen worden tegenwoordig vaker geplaatst dan houten kozijnen. Veel mensen vinden een kozijn van kunststof praktischer dan een houten kozijn. Kunststof kozijnen zijn beter bestand tegen weersinvloeden, en gaan meer dan 50 jaar mee. Dankzij een beschermende afwerklaag zijn ze onderhoudsarm. Het is mogelijk om pvc kozijnen te laten repareren en herkleuren door de vakman. Het voordeel is dat de levensduur van het kozijn wordt verlengd, omdat het kozijn langer mooi blijft. Bij het repareren worden speciale pvc pasta’s gebruikt. Deze worden ter plekke in de exacte kleur gemengd. De pasta gaat een chemische verbinding aan met het materiaal en wordt één geheel met het behandelde pvc. Bij ernstige beschadiging moet het hele kozijn of delen ervan vervangen worden. Een kunststof kozijn kun je op maat laten maken. Als je kiest voor een geprefabriceerd montagekozijn met KOMO keurmerk, NEN en het SKG-keurmerk, dan weet je zeker dat het kozijn voldoet aan strenge eisen wat betreft constructie en inbraakwering en de manier waarop ze worden geïnstalleerd.
Kunststof kozijnen bieden naast het feit dat ze onderhoudsarm zijn diverse voordelen. Zo isoleert een kunststof kozijn erg goed en bespaart je dus op jouw energiekosten. Daarbij heeft een kozijn van kunststof een lange levensduur, gemiddeld zo’n 40 jaar. Bovendien zijn de kunststof kozijnen in verschillende kleuren verkrijgbaar, ze kunnen praktisch van alle RAL-kleuren voorzien worden. Zelfs een kozijn met een houtnerf is mogelijk. Daarnaast is kunststof sterk materiaal waardoor het bij een inbraakpoging niet zal versplinteren.
Naast de vele voordelen hebben kunststof kozijnen ook enkele nadelen. Zo zijn kunststof kozijnen niet eenvoudig in een andere kleur over te schilderen, zoals bij een houten kozijn wel het geval is. Daarnaast kun je in een kunststof kozijn geen gaten boren, omdat anders de ‘stijfheid’ van het kozijn vernield wordt. Een veelgehoord nadeel is bovendien dat een kunststof kozijn de warme uitstraling van een houten kozijn mist.
Kunststof kozijnen zijn onderhoudsarm. Eens in de zoveel tijd dien je jouw kunststof kozijn met een speciale weekmaker te behandelen. Hierdoor gaat de kunststof langer mee en blijft het flexibel. Ook zijn er speciale schoonmaakmiddelen waarmee de kozijnen kunnen worden schoongemaakt. Het is aan te raden de kozijnen eenmaal per jaar schoon te maken. Gewone schoonmaakmiddelen die geen bleek of schuurmiddelen bevatten, zijn ook prima om kunststof kozijnen mee te reinigen.
Aluminium is een stevig materiaal dat niet vervormt of breekt. Het biedt ook nog eens zeer veel mogelijkheden. Zo kunnen aluminium kozijnen in alle kleuren geleverd worden. Alle producten worden afgewerkt met een extra beschermde coating. Aluminium gaat zeer lang mee, blijft lang mooi, is goed te onderhouden en het is de juiste keuze voor iedereen die van een moderne look voor woning of bedrijf houdt. Ze zijn bovendien goed bestand tegen weersinvloeden. Dankzij een beschermlaag zijn ze onderhoudsarm. Omdat aluminium zelf niet isoleert, moet het kozijn een ’thermische onderbreking’ van kunststof hebben. De isolatiewaarde van het kozijn hangt sterk af van de kwaliteit van de thermische onderbreking. Informeer hiernaar bij de fabrikant.
Aluminium kozijnen hebben een sterk profiel en weren ongewenste gasten, kou en geluiden. Aluminium kozijnen zijn bovendien in veel verschillende kleuren verkrijgbaar. Inmiddels is het zelfs mogelijk een houtlook te kiezen voor jouw aluminium kozijnen. Daarnaast hebben kozijnen van aluminium een lange levensduur. Ze beschikken namelijk over een beschermingslaag waardoor ze ook bij slechte weersomstandigheden in goede staat blijven. Bovendien is een aluminium kozijn inbraakwerend en erg veilig.
Kozijnen van aluminium hebben ook enkele nadelen. Zo hebben aluminium kozijnen zonder ’thermische onderbreking’ een slechte warmte-isolatie. Aluminium kozijnen worden geleverd met extra isolatiestrips. Deze strips worden ook wel ’thermische onderbrekingen’ genoemd. Wanneer jouw huis vóór 1980 voorzien is van aluminium kozijnen, beschikken deze vaak niet over een thermische onderbreking. Daarnaast zijn de kosten van aluminium kozijnen hoger dan van de andere soorten kozijnen (houten, kunststof).
Aluminium kozijnen kun je het beste tegelijk met de ramen schoonmaken. Je gebruikt hiervoor een zachte spons, water en zeep die niet schuurt. Maak de aluminium profielen ongeveer vier tot zes keer per jaar schoon. Hierdoor verhoog je de levensduur van jouw kozijn aanzienlijk.
Het schilderen van kozijnen valt onder het normale onderhoudswerk en kan vergunningvrij worden uitgevoerd. Als bij jouw werkzaamheden echter het uiterlijk verandert, kan een omgevingsvergunning nodig zijn. Het uiterlijk verandert bijvoorbeeld als er voor een andere raamindeling, andere afmetingen van profielen of een andere maat wordt gekozen. Belangrijk is waar je jouw kozijn wilt veranderen of waar je een kozijn wilt plaatsen. In de regel geldt dat alles wat grenst aan openbaar toegankelijk gebied (de weg, openbaar groen of water), zoals de voorkant en bij hoekwoningen de zijkant van de woning, een grotere invloed heeft op de directe omgeving dan bouwwerken die aan de achterkant worden gebouwd. Daarom mogen kozijn- en gevelwijzigingen aan de voor- en zijkant meestal niet zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd. Neem voor meer informatie contact op met jouwgemeente of kijk op www.omgevingsloket.nl.
Via kozijnen gaat warmte verloren, en dit is nadelig voor het milieu. Hoeveel energie verloren gaat, hangt af van de isolatiewaarde. Deze wordt uitgedrukt in de U-waarde (warmtedoorgangscoëfficiënt in Watt/m2 K). Hoe hoger de U-waarde, hoe meer warmte het kozijn doorlaat, dus hoe slechter de isolerende werking. Volgens het Bouwbesluit mag de U-waarde van kozijnen in de buitengevel maximaal 4,2 W/m2 K zijn. De U-waarde van houten en kunststof kozijnen (montage of niet) is circa 2,4 W/m2 K, en voldoet dus ruim aan de regels. In aluminium kozijnen kan met een zogenaamde thermische onderbreking van kunststof dezelfde waarde of beter worden bereikt. De U-waarde van aluminium kozijnen is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de thermische onderbreking. Zeker in verwarmde vertrekken is het belangrijk om te kiezen voor een aluminium kozijn met een lage U-waarde. Vraag naar de U-waarde bij jouw leverancier.
De aanschaf van nieuwe kozijnen is een goede gelegenheid om isolerend glas te laten plaatsen. Er zijn verschillende mogelijkheden: Gewoon dubbel glas, voorzetramen, HR+ glas, HR ++, HR+++ of soms HR++++ glas. Dubbel glas bestaat uit twee (soms drie) glasplaten met daartussen een ruimte, de spouw. In deze spouw zit droge lucht of een soort gas (Argon, Krypton). Een spouwbreedte van +/- 15 mm geeft de beste isolerende werking. De spouw van ‘gewoon’ dubbelglas is gevuld met droge lucht. HR+ glas en HR++ glas zijn praktisch gevuld met edelgassen, meestal Argon of Krypton. Edelgassen isoleren beter dan gewone lucht. HR glassoorten bevatten coatings (laagjes) op de binnenzijde van de glasplaten, waardoor de isolatie nog beter wordt. De coatings weerkaatsen de warmte, maar laten het zonlicht grotendeels door.
Het Bouwbesluit stelt eisen aan energiezuinigheid van nieuwe woningen en utiliteitsgebouwen. De maat voor energiezuinigheid heet Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). De bepaling van de EPC ligt vast in de norm NEN 7120 Energieprestatie van gebouwen (EPG). Deze norm geldt voor nieuwbouw van woningen en utiliteitsbouw.
Hieronder vindt u de geldende EPC-eisen zoals die in het Bouwbesluit staan. Deze eisen zijn met de aanscherping van 1 januari 2015 van kracht geworden. Er wordt geen aanscherping van de EPC-eisen meer verwacht. Deze eisen worden namelijk per 1 januari 2020 vervangen door de invoering van de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG).
EPC-eis | Vanaf 2015 |
Bijeenkomstfunctie | 1,1 |
Celfunctie | 1,0 |
Gezondheidszorgfunctie met bedgebied | 1,8 |
Gezondheidszorgfunctie anders dan met bedgebied | 0,8 |
Kantoorfunctie | 0,8 |
Logiesfunctie in logiesgebouw | 1,0 |
Onderwijsfunctie | 0,7 |
Sportfunctie | 0,9 |
Winkelfunctie | 1,7 |
Woningen en Woongebouwen | 0,4 |
In het verleden was een gewaarmerkte EPC-berekening voor nieuwe gebouwen voldoende om aan te tonen dat een gebouw voldoet aan de EPC-eisen. Tegenwoordig moet er bij oplevering van het gebouw een geldig energielabel overhandigd worden aan de koper of huurder. Voor woningbouw is er een energielabel voor woningen nodig en voor utiliteitsbouw een energielabel voor utiliteitsgebouwen.
De aanscherping van de EPC zoals die de afgelopen jaren plaatsvond, leidde tot energiezuiniger gebouwen door het toepassen van betere energetische maatregelen en technieken. Mobius Consult deed onderzoek naar de energetische staat van de nieuwbouw, zowel voor woningen als utiliteitsgebouwen. In het rapport van Mobius Consult worden de trends gesignaleerd die daarin een rol spelen. In het rapport Aanscherpingsstudie EPC woningbouw en utiliteitsbouw 2015 is de kosteneffectiviteit van de aanscherping onderzocht. ( Trends in energetische maatregelen Compleet )
Het Bouwbesluit wijst de NEN 7120 aan als bepalingsmethode voor de EPC.
Het is ook mogelijk om gebiedsmaatregelen te waarderen in de EPC. Dit kan via de Energieprestatienorm voor maatregelen op gebiedsniveau (EMG), NVN 7125.
RVO.nl heeft referenties voor nieuwe woningen samengesteld. Deze referentiewoningen kunt u gebruiken om de haalbaarheid en consequenties van ontwerpbeslissingen inzichtelijk te maken.
Met het programma EPCheck gaat u op eenvoudige wijze na of een EPC-berekening geen grote fouten bevat.
Geregeld komen innovatieve technieken en methoden op de markt. Het Bouwbesluit biedt de mogelijkheid om innovatieve technieken toe te passen via kwaliteits- en gelijkwaardigheidsverklaringen.
Naast energieprestatie-eisen voor nieuwbouw gelden er ook eisen bij renovaties. Onderstaande uiteenzetting is een samenvatting van de wettelijke eisen voor renovaties in het Bouwbesluit.
De prijzen van bestaande koopwoningen zijn duurder dan ooit. Er wordt als een razende gebouwd, maar voordat de sleutels worden overhandigd, zitten wanhopige woningzoekers al jaren vast in hun te kleine, te dure of ongeschikte huis. Dan maar zelf aan de slag op je eigen zelfbouwkavel.
Is het nou echt zo simpel als het klinkt? Ja en nee, zegt Jurgen Jansen van Vereniging Eigen Huis. “We zien een forse stijging van het aantal verkochte kavels, en dat heeft natuurlijk te maken met het einde van de crisis. Toen raakten gemeenten ze niet kwijt.”
Zelfbouw begint met een zelfbouwkavel, een stuk grond waarop je een woning mag bouwen. De gemeente stelt stukken grond beschikbaar als zelfbouwkavel, maar gemeenten bepalen zelf hoeveel, hoe groot en wanneer. Zo is Almere dol op zelfbouwers, vertelt Jansen, maar in bijvoorbeeld Zeist loopt een kaveltje in de miljoenen.
Niet alle gemeenten zitten te wachten op doe-het-zelvers, vertelt Jansen. “Voor veel gemeenten is het nog steeds moeilijk, spannend en eng om met particulieren in overleg te gaan, in plaats van met geroutineerde projectontwikkelaars.”
In Den Haag wordt zelfbouw vanaf 2012 toegejuicht. Sinds 2012 biedt de gemeente zelfbouwkavels aan. De wijze van toewijzing is sinds kort veranderd, vertelt Theresa Scheeben, woordvoerder van de gemeente. “Bij de start in 2012 was het wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Tegenwoordig moeten geïnteresseerden zich eerst digitaal inschrijven en vindt er een loting plaats bij een notaris.”
Ook heeft de gemeente het aanbod uitgebreid: naast individuele kavels biedt de gemeente kavels om als groep op te bouwen en kavels voor mensen met een bescheiden inkomen: de ‘ik-bouw-betaalbaar-kavels’. Op korte termijn komen meer zelfbouwkavels beschikbaar, vertelt Scheeben.
Met een kavel in handen, toestemming van de gemeente en nog wat geld op zak kan het allemaal snel geregeld zijn. Een ’tiny’, zelfvoorzienend huisje. Een prefabvilla. Een bungalow met een grote tuin. Een houten huis met veranda. Of met een architect je eigen ontwerp maken.
Jurrien (43) deed het; samen met zijn partner trok hij half augustus in een nieuwe zogenoemde cataloguswoning in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. “Dat klinkt alsof je er eentje uitkiest uit een foldertje, maar het zijn huizen die je vervolgens helemaal naar smaak aanpast, in overleg met de aannemer. De indeling, positie van het huis, hoe groot je tuin wordt, de uitbouw en de garage.”
Er zitten grenzen aan de vrijheid van kavelbezitters. Gemeenten hebben een bestemmingsplan en daar moet het ontwerp van je nieuwe huis wel in passen. Hoe streng ze zijn, verschilt per gemeente.
De gemeente Utrecht had gelukkig niet veel eisen, vertelt Jurrien. “We mochten kiezen: of een landelijke stijl, of een jaren dertig stijl. Dat ligt zo ver uit elkaar als het maar kan.”
Antraciete dakpannen waren een must, net als roodbruine stenen. Verder kon het de gemeente weinig schelen. “Een van onze buren wilde er een echte Dallas-mansion neerzetten, maar dat ging ze toch net te ver.”
De cataloguswoning wordt over het algemeen het meest gebouwd, vertelt Jansen van VEH. “Dat voelt het veiligst en daarmee heb je het minste financiële risico.” Bovendien moet je je huis nog kunnen verkopen, zegt Jurrien.
Echt gek wordt het niet snel in Nederland. Eduard Warmerdam is de eigenaar van Warmhus en verkoopt authentieke houten Zweedse huizen die hij als bouwpakket importeert uit Zweden, zo’n drie tot vijf per jaar.
Vooral senioren die kleiner, maar wel vrijstaand willen wonen hebben interesse, vertelt Warmerdam. “80 procent zal dit helemaal niks vinden. In Nederland zijn we buitengewoon traditioneel en bouwen we al decennialang op dezelfde manier. Ik denk dat veel mensen niet eens weten dat het ook anders kan.”
Wil je je huis echt snel hebben staan, dan zijn er kant-en-klare bouwpakketten te koop die je snel in elkaar kunt laten zetten of zelfs helemaal zelf in elkaar stapelt.
Bij het bedrijf FinHome leveren ze zulke bouwpakketten voor woningen. Als je goed met Lego kan bouwen, kun je dit ook, zegt Henk Huizingh van FinHome. “We hebben woningnood, banken doen moeilijk. Dan is dit een goeie oplossing. Voor zo’n 90.000 euro heb je een forse woning van zo’n 120 vierkante meter en daar kun je zonnepanelen en een warmtepomp bij kopen, en dan leef je ook nog eens zelfvoorzienend.”
Met je vrienden een dorpje starten
Finhome verkoopt vooral aan meerdere bevriende stellen, vertelt Huizingh. “De een is goed met daken, de ander met schroeven. Zo kunnen ze elkaar helpen. Vaak moet er een kraantje gehuurd worden, die kosten kun je dan delen.” De bouwpakketten zijn eenvoudig, maar, adviseert Henk, ga er eerst een dag of twee op studeren. “Het kan niet missen. Alles is genummerd, het is gewoon stapelen.”
Je spaart er natuurlijk arbeidskosten mee uit, maar om een lening bij de bank te krijgen, helpt een huizenbouwpakket niet. “Een bank zal niet snel geneigd zijn zo’n hele onderneming te financieren. Ze kunnen er niet blind op vertrouwen dat een particulier dat kan.”
Ook de Zweedse huizen van Warmhus staan er snel. Warmerdam: “De buitenmuren, binnenwanden en het isolatiemateriaal halen we uit Zweden en dat past allemaal in vier, vijf vrachtwagens. Binnen acht weken na aanvraag is het pakket binnen, en binnen een week staat het er wind- en waterdicht.”
Jurriens nieuwe zelfbouwhuis is ook grotendeels voorgefabriceerd en kon snel geplaatst worden. “In februari werden de palen er door de gemeente in geslagen en half augustus gaan we verhuizen.”
Bron: Nu.nl
Let op!
Bij zelfbouw loop je altijd risico’s met garantie, plus verzekeringsmaatschappijen meer willen weten over het hoe en wat er gedaan is met de bouwnormen en certificaten.
Hoogrendementsglas (HR glas) wint steeds meer aan populariteit onder huizenbezitters. Dit is logisch omdat de isolatiewaarde van het glas hoog is waardoor de investering snel is terugverdient. HR+++ glas(triple glas) heeft één van de hoogste isolatiewaarde van alle soorten dubbel glas. Wat kost HR+++ glas gemiddeld per m²? Het Hoogste isolatiewaarde van glas soorten heeft Quadro glas met een 0.3 W/m²K is deze het beste op besparing en isolatie glas. Zal echter wel moeten passen in het kozijn van keuze heeft een minimale sponning nodig van 48 mm en dat heeft niet ieder raam.
Dit is een vraag die ons vaak wordt gesteld. De richtprijzen was voorheen € 35,- p/m² extra als wat standaard is HR++ bij ons.
Zoals u in bovenstaande schema ziet kan deze besparing voor een gemiddeld rijtjeshuis al snel oplopen tot € 280 per jaar. Maar er is nog een manier om te besparen. Door het standaard direct te bestellen bij onze kozijnen, dan kan het vele euro’s schelen.
HR+++ glas is geen dubbel glas, maar driedubbel glas. Waar dubbel glas bestaat uit 2 glasplaten met een laag stilstaande lucht of edelgas ertussen, is er bij driedubbel glas nog een extra glasplaat aan toegevoegd. Het gevolg is een nog beter isolerende ruit, waarmee de warmte nagenoeg perfect in huis wordt gehouden. HR+++ glas staat dan ook garant voor de beste isolatie in uw woning. Een leuk weetje is dat HR+++ glas ongeveer 10 kilogram per m² zwaarder is ten opzichte van standaard dubbel glas en Quadro glas is zelfs 18 kilo per m² zwaarder ten opzichte van standaard dubbel glas. Dit komt door de extra glasplaat. Dit betekent dat de sponning wel geschikt moet zijn om dit extra gewicht te dragen. Bij nieuwbouwwoningen is dat vaak wel het geval, maar voor bestaande woningen is dit niet vanzelfsprekend.
Bij veel gebouwen en woningen van voor 1995 is nog eerste generatie dubbel glas of zelfs enkel glas aanwezig. Zelfs het beste ‘standaard’ dubbel glas isoleert – naar huidige maatstaven – matig. Enkel glas isoleert zelfs helemaal niet. U stookt als het ware voor de buitenlucht wanneer u enkel glas heeft waardoor er van comfort geen sprake is. Bij HR+++ glas heeft u hier geen last van. In bovenstaande tabel vergelijkt u de isolatiewaarde van Quadro glas of Triple glas met die van andere dubbel glas soorten. Die U-waarde staat voor de isolatiewaarde van het glas. Let op: hoe hoger deze U-waarde, hoe meer energie en warmte het glas doorlaat, en hoe slechter de isolatie.
Is een overstap naar triple of quadro HR glas een te grote investering voor uw budget? Kies dan voor HR++ glas, het meest gekozen glas onder woningeigenaren in Nederland. Dit dubbel glas is veel voordeliger en isoleert vergeleken met HR+++ glas ook zeer goed. Omdat het prijsverschil dermate groot is en het isolatieverschil dermate klein raden wij u aan om voor HR++ glas te kiezen. Wilt u echter perfecte isolatie? Dan isoleert HR+++ glas net nog een tikkeltje beter. Het is natuurlijk ook mogelijk om te combineren. Plaats bijvoorbeeld op zonnige plaatsen in huis minder dik glas, zodat de zonnestralen uw huis goed op kunnen warmen. Heeft u ramen op het noorden waar de zon nauwelijks naar binnen schijnt? Kies dan voor de beste isolatie met HR+++ glas.
Wilt u snel berekenen wat u verdiend aan HR glas doe dan de test van Milieu centrale Nederland
Beste mensen, wij zijn open.
Onze fabriek is te bezoeken alleen op afspraak van 7:30 uur tot 15:30 uur .
Ook de showroom kan alleen op afspraak tel: 072 572 1415.
Met vriendelijke groet.
AHK Kozijn team