Goedkopere woning verbeteringen, miniatuur-ventilatiesystemen, prefab warmtepompschoorstenen en innovatieve kozijnen: de overheid stelt 27 miljoen euro beschikbaar voor partijen die goedkope en duurzame renovatieconcepten ontwikkelen.
Het gaat om een subsidieregeling waarvan de voorinschrijving start op 1 april. Voorwaarde is dat het ontwikkelen van het concept gebeurt door minimaal drie ondernemingen en dat een project een omvang heeft van tenminste 2 miljoen euro. De overheid neemt met deze subsidieregeling de helft van de kosten voor zijn rekening.
Veel woning- en gebouweigenaren hikken nu nog tegen de kosten en de rompslomp van een duurzame renovatie aan. Volgens het Klimaatakkoord is een kostenreductie van 20-40 procent noodzakelijk om echt vaart te kunnen maken. Vergaande industrialisatie, standaardisatie en digitalisering van het productie-, (ver)bouw- en installatieproces kunnen daar voor zorgen.
Wat komt zoal in aanmerking voor subsidie? In een lijst in de Staatscourant doet minister Eric Wiebes wat suggesties. Hij heeft het onder meer over warmtepompconcepten met een geïntegreerde aanpak waarin ontwerp en integratie in gevel of dak samen met een zonnesystemen en ventilatie zijn samengebracht in één systeeminnovatie. Maar ook in aanmerking komen bijvoorbeeld het ontwikkelen van meetmethodes en data analytics die leiden tot het realiseren van de beloofde gebouwprestaties, net als experimenten met groen gas en waterstof.
Maar het gaat bij deze subsidieronde echter niet alleen over technische zaken; ook aan het sociale en psychologische aspect van een renovatie moet worden gedacht. Daarom is er ook geld beschikbaar voor projecten die zich richten op bewonerservaringen, acceptatie van nieuwe oplossingen en een “gestroomlijnde klantreis”.
Ook de ontwikkeling van slimme financieringsconstructies kan op geld rekenen uit deze subsidiepot die de naam MOOI (Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie) heeft meegekregen.
Bijna open, 1 april
De regeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) ondersteunt integrale oplossingen die bijdragen aan de klimaatdoelen. Binnen de consortia die we zoeken staat deze integrale aanpak centraal. De regeling richt zich op projecten voor ‘Wind op zee’, ‘Hernieuwbare elektriciteit op land’, ‘Gebouwde omgeving’ en de ‘Industrie’. RVO rapport pdf
Met vloerisolatie, gevelisolatie, isolerende kozijnen, dubbel glas, triple, quadro glas of dakisolatie kunt u uw huis isoleren. Voor sommige maatregelen geldt een lager btw-tarief, subsidie of kunt u een goedkope lening aanvragen.
Ga eerst na welke isolatie al in uw woning aanwezig is. Dat bepaalt welke maatregelen voor uw huis het meest geschikt zijn. Op de website iedereendoetwat.nl staan veel isolatietips. U kunt ook voor persoonlijk advies contact opnemen met een Energieloket in uw gemeente.
Met een kleine investering kunt u al snel winst behalen. Bijvoorbeeld door:
U kunt ook uw spouwmuur, gevel, vloer of dak laten isoleren, of dubbel-triple-quadro glas nemen. Dat zijn de grotere investeringen. Isolatie van de spouwmuren van een hoekwoning kost bijvoorbeeld zo’n € 2.000. De jaarlijkse besparing op de energierekening is dan € 550. Kozijnen en glas vervanging is een grote investeringen echter het gemak en comfort is vele malen hoger. Daarbij met de huidige subsidie regelingen zijn deze zaken goed betaalbaar. Milieu Centraal heeft meer informatie over isoleren en besparen.
In veel gemeenten en regio’s zijn er Energieloketten. De adviseurs van het Energieloket denken mee over de isolatie van uw huis. En ze brengen u vrijblijvend in contact met isolatiebedrijven.
Duurzaam bouwen is een breed begrip. Bij duurzaam bouwen en verbouwen wordt er rekening gehouden met de effecten op het milieu. Dat moet dan zowel bij het ontwerp van een gebouw of bouwwerk gebeuren als tijdens bouw, verbouw, renovatie of sloop. Bij duurzaam bouwen gaat het ook over het gebruik van het gebouw. Bijvoorbeeld over de uitstoot van CO2 door energieverbruik voor verwarming en koeling van een gebouw. Men bekijkt de milieueffecten dus over de hele levensduur van het gebouw of bouwwerk.
Een passiefhuis is een woning die heel weinig energie verbruikt voor verwarming. Een passiefhuis is vaak extreem goed geïsoleerd en op de zon georiënteerd. Vanaf eind jaren 80 zijn in diverse Europese landen passiefhuizen gebouwd. De laatste jaren worden er volgens dat idee ook steeds meer kantoren, scholen en andere gebouwen opgeleverd. Naast nieuwbouw wordt er ook steeds meer in de bestaande bouw volgens deze methode gewerkt.
Uw makelaar of bouwer zou u moeten kunnen vertellen of uw bestaande woning duurzaam is gebouwd. In de technische informatie moet staan welke maatregelen, materialen of producten zijn toegepast. Ook een keurmerk of certificaat kan aantonen dat de woning of het gebouw een zekere kwaliteit heeft. Deze keurmerken en certificaten verschillen ook zelf in kwaliteit.
Denk bij duurzaam bouwen aan het volgende:
Bij duurzaam bouwen gaat het om het ontwerpen en bouwen van gebouwen en bouwwerken met milieuvriendelijke producten. Hierdoor wordt het milieu minder belast. Ook kunnen bouwdelen of producten worden gebruikt die een langere levensduur hebben. Dit verspreidt de negatieve milieueffecten over een langere periode. Dit zorgt voor een jaarlijkse vermindering.
Een ander voordeel van duurzaam bouwen is de energiebesparing. Energiebesparing draagt bij aan de vermindering van de uitstoot van CO2 in Nederland. Dit geldt ook bij gebruik van duurzame energie. Minder gebruik van gas en elektriciteit scheelt ook in uw energierekening. En energiebesparende maatregelen kunnen u ook meer comfort in huis opleveren.
Leefruimte is kostbaar en moet daarom optimaal worden gebruikt.
GEALAN-SMOOVIO combineert voor de eerste keer het ruimtebesparende comfort van schuivende oplossingen met uitzonderlijke dichtheid. Een samenspel van nieuw ontwikkelde beslagelementen, innovatieve
profielgeometrie en een geoptimaliseerde afdichting maken dit mogelijk.
Schuifpuien zijn een klassiek stijlelement van moderne woningen, waarbij ruim vormgegeven glasvlakken voor elegantie, genot en gemak zorgen. De vernieuwde hefschuifpui van GEALAN doet aan deze eisen optisch en functioneel meer dan recht.
Hecht u bij uw hefschuifpui veel waarde aan meer glas en een verbeterde lichtinval? Dan heeft GEALAN voor u een heel speciale designoplossing. Daarbij is de breedte van het aanzicht in het kozijn ten opzichte van de normale hefschuifvleugel met meer dan 50% verminderd.
Vroeger werd het comfortvoordeel bij schuiframen vaak tenietgedaan met een lage dichtheid. Dankzij het geavanceerde sluitmechanisme is dit verleden tijd met de nieuwe GEALAN-SMOOVIO.
Schuifelementen zorgen voor een aanzienlijke toename aan leefruimte. Hiermee is het draaibereik van raam- en deurbladen geëlimineerd. De woonkamer kan dus tot tegen het raam benut worden. Bij het plannen van plattegronden bieden schuifelementen een ongelooflijk potentieel voor het creëren van waardevolle vrijheid.
PREMIUM-KOMPONENTEN
De intelligente onzichtbare beslagcomponenten werken optimaal. Speciale loopwagensystemen en een uitzonderlijke sluitingstechnologie zorgen voor een soepele werking en een hoge dichtheid.
De rondom lopende afdichting zorgt voor een perfecte afdichting tegen externe invloeden in gesloten toestand.
Deze folies zijn niet van echt hout.
STANDAARD
De druk om energie te besparen en CO2-uitstoot te verminderen neemt toe. Ook woningeigenaren voelen dat ze in beweging moeten komen. Nederland wil volgens het Klimaatakkoord tussen nu en 2030 van het gas af en dat vergt een enorme inspanning. Verder wil het kabinet dat eind 2020 bijna een zevende deel van de energie duurzaam opgewekt wordt.
Voor huiseigenaren en huurders kunnen de duurzaamheidsdoelen heel wat investeringen vergen. Je kan een heel scala aan maatregelen nemen om een huis energiezuiniger te maken. maar die kosten stuk voor stuk wel geld.
Je kan ook redeneren: “Ach, zo’n investering voor verduurzaming van mijn huis betaalt zich uiteindelijk wel terug in mijn energierekening.” Bovendien brengt een koophuis of appartement met een hoger energielabel mogelijk méér op bij de verkoop.
Besparingen en waardevermeerdering op termijn klinken aantrekkelijk. Maar het kan lastig zijn om nú al de eerste stappen te zetten en geld uit te geven voor later.
Daarom heeft de overheid een aantal regelingen en subsidies om de energietransitie te vergemakkelijken. De spelregels en mogelijkheden veranderen van jaar op jaar. Ben je nog niet thuis in de wereld van ISDE, NEF of SAH?
Energievergelijker energieleveranciers.nl heeft op een rijtje gezet van welke subsidies en regelingen je in 2020 gebruik kunt maken. Lees hier hoe je als particuliere huiseigenaar of huurder dit jaar nog kan profiteren.
De overheid wil het gebruik van gas verminderen en heeft de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) ingesteld. Huiseigenaren kunnen gebruikmaken van de subsidie om over te gaan naar duurzame verwarming van hun huis.
Vanaf 2020 verandert de ISDE. Je kon voorheen subsidie krijgen voor aanschaf van biomassaketels en pelletkachels. Vanaf 2020 kan deze subsidie alleen nog worden aangevraagd voor het aanschaffen van zonneboilers en warmtepompen. Dergelijke apparatuur moet wel op één van de apparatenlijsten van de Rijksoverheid staan. Dan ben je zeker dat ze voldoen aan de duurzame eisen van de overheid.
Er is ook een overgangsregeling als je vóór 2020 al een pelletkachel of biomassaketel kocht. Wil je gaan isoleren? Vanaf 2021 wordt isolatie ook als maatregel toegevoegd aan de ISDE.
Voor woningen van particulieren bestaat er sinds september 2019 weer een subsidieregeling. Eis is wel dat je als huiseigenaar ook echt in de woning woont. Voor leden van een Vereniging van Eigenaren (VvE) met een koophuis bestond de isolatiesubsidie SEEH vóór september. De SEEH voor VvE’s geldt nog tot 2023.
De SEEH voor een eigenaar en bewoner die niet in een VvE zit, geldt tot en met 31 december 2020. Zijn er ná 15 augustus 2019 minstens twee isolatiemaatregelen uitgevoerd? Dan kan je als woningeigenaar een vijfde van de kosten voor de isolatiemaatregelen terugvragen bij de SEEH. Vanaf 2021 verandert de SEEH voor eigenaar én bewoner in de ISDE.
Dit geldt voor o.a. kozijnen en glas vervanging die energiezuinig zuinig zijn en duurzaam circulair geproduceerd. Ook is hier geldt een laag btw-tarief van 9 procent op het arbeidsloon voor woningisolatie.
Naast het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) komt er vanaf februari 2020 nog een apart Warmtefonds. Het NEF verstrekt duurzaamheidsleningen. Zowel VvE’s als particulieren kunnen een Energiebespaarlening aanvragen bij het NEF. Voorwaarde is dat ze hun huis aanpakken om een energiebesparing te realiseren. Huiseigenaren moeten wel aan bepaalde voorwaarden voldoen om een lening te kunnen krijgen van het NEF. Je moet bijvoorbeeld niet alleen eigenaar zijn maar ook zelf in de woning wonen.
Het Warmtefonds krijgt iets andere voorwaarden. Woningeigenaren ontvangen het geld uit de Warmtefondslening niet zelf, maar de lening wordt in een pot gestopt waaruit de aannemer kan putten. De lening loopt maximaal twintig jaar en een huiseigenaar kan maximaal 25.000 euro lenen. Hiermee wil de overheid voorkomen dat de kosten van de lening hoger worden dan de besparing op de energierekening.
Met de salderingsregeling kunnen particulieren die eigen groene energie opwekken met zonnepanelen de zelf opgewekte energie verrekenen, ‘salderen’, met energie die zij afnemen van een energieleverancier.
Deze salderingsregeling is zeer gunstig, omdat de verbruikte en geleverde kWh’s aan stroom worden afgerekend tegen hetzelfde tarief, inclusief belastingen. Even leek het erop dat de salderingsregeling zou stoppen in 2020. Maar midden 2019 werd bekendgemaakt dat de salderingsregeling nog minstens doorgaat tot 2023.
Vanaf 2023 wordt de salderingsregeling langzaam afgebouwd, met als doel de regeling in 2030 helemaal af te schaffen.
Als woningeigenaar kun je de btw bij aanschaf en installatie van zonnepanelen terugvragen bij de Belastingdienst. Er geldt ook een laag btw-tarief van 9 procent op het arbeidsloon van woningisolatie. De materialen vallen wel onder het 21 procent-tarief.
Het project Proeftuinen Aardgasvrije Wijken is een initiatief van de overheid om honderd wijken aardgasvrij te maken. Zowel sociale- als particuliere huurwoningen komen in aanmerking voor deze subsidie.
De komende drie jaar is er in totaal 200 miljoen euro beschikbaar voor de kosten van het aardgasvrij maken van de woning. Deze subsidie voor zowel kozijnen als glas liefst triple HR+++ kan deels worden gebruikt voor isolatie, maar dit hangt wel af van de startsituatie van de woning.
Er zijn nog tal van andere opties om je woning tegen gunstige voorwaarden te verduurzamen. Gemeenten hebben ook eigen subsidies en leningen, zoals de Regeling Reductie Energieverbruik.
Sommige gemeenten doen extra inspanningen om woningen van het aardgas af te halen. Het is dus slim informatie in te winnen in de gemeente waar je woont. Je kan ook kijken op de Energiesubsidiewijzer. Verder is er de subsidieregeling Renovatieversneller die is gericht op woningcorporaties.
Recycling van aluminium is erg duurzaam ten opzichte van de energie-intensieve productie uit primair aluminium. Bedrijven recyclen aluminium dan ook al geruime tijd. Toch heeft gerecycled aluminium een slechte reputatie met betrekking tot kleurverschillen, corrosie of vlekjes. Uit onderzoek blijkt nu dat dit soort problemen makkelijk te voorkomen zijn door het slim legeren van aluminium.
“Het recyclen van aluminium is niet lastig of moeilijk en het kost maar 5% van de energie die nodig is om nieuw aluminium te produceren. Het wordt ook veel gedaan. Men zegt wel eens dat 98% van het geproduceerde aluminium nog steeds in actieve dienst is.” Met deze woorden benadrukt Egbert Stremmelaar, directeur van de Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandeling Nederland (Vereniging ION), dat recycling van aluminium veel oplevert. Maar hoewel de recycling van aluminium erg duurzaam is, heeft die nog steeds last van negatieve connotaties, vertelt Alexander Lutz, postdoctoraal onderzoeker aan de Vrije Universiteit Brussel. “Als er fouten optreden bij producten die uit gerecycled aluminium bestaan, wordt vaak direct naar de bron van het aluminium gekeken, zonder ook maar één moment naar andere processen in de productieketen te kijken.”
Dat het loont om aluminium te recyclen blijkt uit onderzoek van een internationaal consortium van bedrijven, de TU Delft en de Vrije Universiteit Brussel. Lutz legt uit wat het onderzoek inhoudt: “ We hebben onderzoek gedaan samen met aluminiumverwerker E-Max naar aluminium profielen voor kozijnen. Zij gebruiken de reststromen van aluminium kozijnen opnieuw in het productieproces. Dus je sloopt een gebouw, haalt de kozijnen eruit en gebruikt die opnieuw.” Uit het onderzoek blijkt dat gerecycled aluminium even goed kan zijn als nieuw gewonnen aluminium. Lutz: “ In sommige gevallen heeft het zelfs betere mechanische eigenschappen dan de minder duurzame standaardlegering uit primair aluminium. Zorgvuldig geproduceerd gerecycled aluminium heeft net zoveel kwaliteit als aluminium dat uit aluminiumerts wordt gewonnen, maar heeft een veel lagere CO2-voetafdruk. Een legering met een te veel of te weinig aan bepaalde elementen leidt in beide gevallen tot problemen.”
Dimitri Fotij, CEO van E-Max, vertelt dat sommige spoorelementen de aluminiumverbinding sterker kunnen maken. “Het klopt dat het aluminium hierdoor harder wordt, maar de oppervlakte-eigenschappen kunnen wel negatief beïnvloed worden. Ook daar is echter iets aan te doen.” Lutz bevestigt dat verhoogde concentraties van spoorelementen in gerecycled aluminium bijgestuurd kunnen worden. “ We hebben onderzocht hoe we tegen of zelfs soms over de limieten heen kunnen gaan met bepaalde elementen in de aluminiumlegering zonder dat het de eigenschappen negatief beïnvloedt. We kwamen er bijvoorbeeld achter dat te veel zink in de legering vlekken kan geven. Maar dat is weer te compenseren door het toevoegen van koper.”
Vereniging ION neemt deel in het onderzoek, omdat bij het recyclen van aluminium de hele keten betrokken moet worden. Stremmelaar: “ De hele keten van producent tot coater moet gemobiliseerd worden om vreemde elementen uit het aluminium te houden. Als een producent een stapje overslaat in het proces kan dat effect hebben op de coatbaarheid van het materiaal. Nu wordt de industrie in de oppervlaktebehandeling nog vaak aangesproken op problemen met aluminium. Bijvoorbeeld als coatings of verf niet goed hechten op aluminium. Maar het ligt vaak aan de samenstelling van het aluminium.”
Stremmelaar vertelt dat voor diverse toepassingen andere aluminium-series gebruikt worden. “ Voor architecturale toepassingen gebruiken we andere legeringen dan voor koffiecups. Bij recycling wordt nu alles op een hoop gegooid en hergebruikt. We neigen er steeds meer naar om aluminium in meerdere stromen te gaan inzamelen, zodat we weten dat er niet te veel verstorende elementen in zitten. Maar dat betekent wel dat afvalverwerkers straks verschillende stromen aluminium moeten scheiden en die verschillende series ook moeten herkennen.” Als de verhoudingen in de legering niet kloppen, kan dat volgens Stremmelaar een negatief effect hebben op de hechting. “ Als een legering tien koperatomen bevat, moeten die homogeen in de legering zitten. Als ze geclusterd zijn en je gaat vervolgens coaten, kan het mis gaan. De coating hecht dan bijvoorbeeld niet goed of bij het anodiseren ontstaan vlekken op het materiaal.” Om die basiskwaliteit te kunnen garanderen, kan een materiaalpaspoort een oplossing zijn, meent Stremmelaar. “ Het is voor elke stap in het proces belangrijk dat de bewerking op de goede manier gebeurt. Als de kwaliteit lijdt onder onbekende processtappen, valt uiteindelijk de vraag weg. Maar maatregelen hebben alleen zin als het wereldwijd opgepakt wordt. Het heeft geen zin om dit alleen in Europees verband te doen.”
Het is van groot belang dat de aluminiumlegering goed in elkaar zit, stelt Lutz. “ Dan geeft het materiaal geen problemen. Maar dan moet wel iedereen in de procesketen goed zijn werk doen.” Dat vindt ook Fotij van E-Max. “ We kunnen de legering makkelijk bijsturen, waardoor de nevenwerkingen worden geneutraliseerd. In aluminium komen de spoorelementen ijzer, koper, zink en mangaan voor. Als deze in de juiste verhoudingen voorkomen, blijft de aluminiumlegering goed. Je kunt daar dus mee spelen. Dat hebben we onderzocht samen met de TU Delft en de Vrije Universiteit Brussel. De resultaten gaan we nu delen met de Europese aluminiumindustrie.” De eventuele problemen die kunnen ontstaan door spoorelementen zijn goed op te lossen, vertelt Fotij. “ Wij kunnen dus zelf sturen op betere verhoudingen, maar ook verderop in de keten bij de coaters kunnen ze maatregelen nemen.”
E-Max loopt voorop in het onderzoek naar het toepassen van gerecycled aluminium, maar is geen grote speler in de aluminiummarkt. Fotij: “ We kunnen juist goed onderzoek doen, omdat we binnen ons bedrijf flexibeler processen kunnen aanpassen dan grote bedrijven dat kunnen. Daarnaast kennen we onze klanten goed en kunnen we hen bij het onderzoek betrekken. En die willen ook graag met ons meedenken, want ook zij zien het belang van het toepassen van gerecycled aluminium. Ze zijn ook bereid om hun eigen processen aan te passen, zodat ze nog beter met gerecycled aluminium kunnen werken.”
Voor de economische winst hoeft een producent vooralsnog niet over te stappen naar gerecycled aluminium, legt Lutz uit. “Aluminium schroot heeft een hoge restwaarde, omdat het zo recyclevriendelijk is en de verwerkers weten dat. Je moet het gerecyclede aluminium dan ook vooral zien als een nieuwe grondstof, naast de andere aluminiumstromen die bijvoorbeeld uit China of Australië komen. Maar het is veel duurzamer en je hoeft het niet de halve wereld over te slepen.”
Bedrijven die actief zijn in de metaal- of maakindustrie, krijgen steeds vaker te maken met schaarste van grondstoffen. Hoe kun je als ondernemer hiermee omgaan en waar haal je in toekomst je grondstoffen op? Op de onlangs gestarte website Kennisplein Grondstoffen is hiervoor meer informatie te vinden. Zo is op deze site de Grondstoffenscanner te vinden, die ondernemers in metaal- en maakindustrie helpen om de kritische grondstoffen in hun producten op te zoeken. Het levert een overzicht op met specifieke karakteristieken van de grondstof. De ondernemer krijgt inzicht in de omvang van de wereldproductie, prijsfluctuaties, maar ook in risico’s, zoals exportrestricties, lage stabiliteit van bronlanden, milieu-impact en impact op biodiversiteit. Daarnaast is op het Kennisplein Grondstoffen meer informatie over de circulaire economie in de metaal- en maakindustrie te vinden.
Bron: Metaalnieuws, Door Joop van Vlerken
Beste mensen, wij zijn open.
Onze fabriek is te bezoeken alleen op afspraak van 7:30 uur tot 15:30 uur .
Ook de showroom kan alleen op afspraak tel: 072 572 1415.
Met vriendelijke groet.
AHK Kozijn team